Overzicht van Handelingen
A. Voorbereidingen op de wereldwijde prediking (1:1-8)
Gericht aan Theofilus (1:1, 2)
Jezus laat zich 40 dagen zien en praat over Gods Koninkrijk (1:3)
Jezus draagt apostelen op in Jeruzalem te blijven en te wachten op beloofde heilige geest (1:4, 5)
Jezus beantwoordt vraag apostelen wanneer koninkrijk voor Israël hersteld wordt (1:6, 7)
Jezus geeft apostelen opdracht van hem te getuigen tot uiteinden aarde (1:8)
B. Van Jezus’ hemelvaart tot uitstorting heilige geest met Pinksteren 33 (1:9–2:13)
Jezus stijgt op naar hemel; belofte dat hij op dezelfde manier zal komen (1:9-11)
Apostelen komen samen voor gebed, ook Jezus’ moeder en broers zijn aanwezig (1:12-14)
Matthias uitgekozen om Judas te vervangen als een van de twaalf (1:15-26)
Heilige geest op discipelen uitgestort; beginnen in andere talen te spreken (2:1-4)
Joden uit alle delen Romeinse Rijk horen over grote daden van God (2:5-13)
C. Prediking in Jeruzalem (2:14–3:26)
Petrus citeert Joëls profetie over uitstorting heilige geest en Jehovah’s verheven dag (2:14-21)
Petrus bewijst aan hand van Schrift dat Jezus is opgestaan en Heer en Christus is geworden (2:22-36)
Menigte reageert goed op Petrus’ toespraak; zo’n 3000 worden gedoopt (2:37-41)
Discipelen genieten van onderwijs apostelen en omgang met elkaar (2:42-47)
Petrus geneest verlamde bedelaar bij tempelpoort ‘Schone’ (3:1-10)
Toespraak van Petrus bij zuilengang van Salomo (3:11-18)
Petrus spoort volk aan berouw te hebben en zich om te keren (3:19-26)
D. Prediking gaat door ondanks tegenstand (4:1–5:42)
Petrus en Johannes gearresteerd; aantal gelovige mannen nu 5000 (4:1-4)
Petrus verdedigt zich voor Sanhedrin (4:5-22)
Discipelen bidden om vrijmoedigheid om Gods woord te blijven spreken (4:23-31)
Discipelen delen bezittingen (4:32-37)
Ananias en Saffira stellen Jehovah’s geest op proef (5:1-11)
Apostelen doen veel wonderen (5:12-16)
Apostelen gevangengezet, bevrijd door engel van Jehovah (5:17-21a)
Apostelen verschijnen opnieuw voor Sanhedrin (5:21b-32)
Gamaliël geeft advies niet ‘tegen God zelf te strijden’ (5:33-40)
Apostelen prediken in tempel en van huis tot huis (5:41, 42)
E. Onderwijzen van het woord mag niet verwaarloosd worden (6:1–7:1)
F. Stefanus verdedigt geloof voor Sanhedrin (7:2-60)
Bespreekt tijd van patriarchen (7:2-16)
Bespreekt Mozes’ eerste jaren en leiderschap en Israëls afgoderij (7:17-43)
Wijst erop dat God niet in door mensen gemaakte tempels woont (7:44-50)
Beschuldigt tegenstanders van verzet tegen heilige geest (7:51-53)
Ziet Jezus en Jehovah in visioen; gestenigd door tegenstanders (7:54-60)
G. Prediking breidt zich uit tot Samaria en verder; Saulus’ bekering (8:1–9:43)
Vervolging breekt uit in Jeruzalem; plaatselijke gemeente raakt verspreid (8:1-4)
Filippus predikt in Samaria, met goede resultaten (8:5-13)
Petrus en Johannes naar Samaria gestuurd; Samaritanen ontvangen heilige geest (8:14-17)
Voormalige magiër Simon probeert vrije gave heilige geest te kopen (8:18-24)
Filippus gestuurd om tot Ethiopische eunuch te prediken (8:25-40)
Saulus gaat naar Damaskus om discipelen te vervolgen (9:1, 2)
Jezus verschijnt aan Saulus in licht uit hemel (9:3-9)
Discipel Ananias gestuurd om Saulus te helpen (9:10-19a)
Saulus predikt in Damaskus over Jezus (9:19b-25)
Saulus bezoekt Jeruzalem en spreekt vrijmoedig in Jezus’ naam (9:26-30)
Periode van vrede voor gemeente in Judea, Galilea en Samaria (9:31)
Petrus predikt in steden kustvlakte, geneest Eneas in Lydda (9:32-35)
Petrus wekt in Joppe de vrijgevige Dorkas op (9:36-43)
H. Prediking bereikt onbesneden heidenen in Cesarea en Syrisch Antiochië (10:1–12:25)
Legerofficier Cornelius ziet visioen en laat Petrus komen (10:1-8)
Petrus krijgt visioen waarin dieren rein worden verklaard (10:9-16)
Petrus bezoekt Cornelius en Cornelius vertelt over zijn visioen (10:17-33)
Petrus maakt heidenen goed nieuws bekend; ‘God is niet partijdig’ (10:34-43)
Heidenen ontvangen heilige geest en worden gedoopt (10:44-48)
Petrus’ verslag aan apostelen in Jeruzalem (11:1-18)
Barnabas en Saulus prediken tot Grieken in Syrisch Antiochië, waar discipelen voor het eerst christenen genoemd worden (11:19-26)
Christelijke profeet Agabus voorspelt hongersnood; hulp voor broeders in Judea (11:27-30)
Herodes doodt Jakobus en zet Petrus gevangen (12:1-5)
Jehovah’s engel bevrijdt Petrus uit gevangenis (12:6-19)
Herodes geslagen door Jehovah’s engel (12:20-25)
I. Paulus’ eerste zendingsreis (13:1–14:28)
Barnabas en Saulus eropuit gestuurd als zendelingen (13:1-3)
Prediking op Cyprus; proconsul Sergius Paulus en tovenaar Elymas (13:4-12)
Paulus’ toespraak in Pisidisch Antiochië (13:13-41)
Profetische opdracht om naar de heidenen te gaan (13:42-52)
Toename en tegenstand in Ikonium (14:1-7)
Mensen in Lystra denken dat Paulus en Barnabas goden zijn (14:8-18)
Paulus overleeft steniging in Lystra (14:19, 20)
Paulus en Barnabas spreken gemeenten moed in (14:21-23)
Paulus en Barnabas gaan terug naar Syrisch Antiochië (14:24-28)
J. Vergadering in Jeruzalem over besnijdenis (15:1-35)
Discussie in Antiochië over besnijdenis voorgelegd in Jeruzalem (15:1-5)
Apostelen en ouderlingen in Jeruzalem komen samen; getuigenis van Petrus, Paulus en Barnabas (15:6-12)
Jakobus doet voorstel gebaseerd op Schrift (15:13-21)
Brief van besturende lichaam in Jeruzalem (15:22-29)
Gemeenten opgebouwd door brief (15:30-35)
K. Paulus’ tweede zendingsreis (15:36–18:22)
Paulus en Barnabas gaan uit elkaar (15:36-41)
Paulus kiest Timotheüs als reisgenoot (16:1-5)
Visioen Macedonische man; prediking breidt zich uit naar Europa (16:6-10)
Lydia’s bekering in Filippi (16:11-15)
Paulus en Silas vastgezet in Filippi (16:16-24)
Bewaker en huisgenoten gedoopt (16:25-34)
Paulus vraagt om officiële excuses (16:35-40)
Paulus en Silas in Thessalonika (17:1-9)
Paulus en Silas in Berea (17:10-15)
Paulus in Athene (17:16-22a)
Paulus’ toespraak op Areopagus (17:22b-31)
Verschillende reacties op Paulus’ toespraak; sommigen worden gelovigen (17:32-34)
Paulus’ dienst in Korinthe (18:1-17)
Paulus gaat via Efeze terug naar Syrisch Antiochië (18:18-22)
L. Paulus’ derde zendingsreis (18:23–21:17)
Paulus vertrekt naar Galatië en Frygië (18:23)
Welbespraakte Apollos krijgt hulp van Priskilla en Aquila; gaat naar Achaje (18:24-28)
Paulus komt in Efeze; een aantal discipelen opnieuw gedoopt, nu in Jezus’ naam (19:1-7)
Paulus onderwijst in Efeze (19:8-10)
Jehovah’s woord zegeviert in Efeze ondanks demonisme (19:11-20)
Opschudding in Efeze; menigte stormt theater in (19:21-34)
Stadssecretaris van Efeze kalmeert menigte (19:35-41)
Paulus in Macedonië en Griekenland (20:1-6)
Opstanding Eutychus in Troas (20:7-12)
Paulus gaat van Troas naar Milete (20:13-16)
Paulus moedigt ouderlingen Efeze aan te letten op zichzelf en op Gods kudde (20:17-38)
Onderweg naar Jeruzalem (21:1-14)
Aankomst in Jeruzalem (21:15-17)
M. Paulus’ gevangenschap in Jeruzalem (21:18–23:35)
Paulus volgt raad ouderlingen op (21:18-26)
Rel in tempel, Romeinen arresteren Paulus (21:27-36)
Paulus mag menigte toespreken (21:37-40)
Paulus verdedigt zich voor menigte, beschrijft eigen bekering (22:1-21)
Paulus gebruikt Romeins burgerschap (22:22-29)
Sanhedrin komt bijeen (22:30)
Paulus spreekt Sanhedrin toe (23:1-10)
Heer spreekt Paulus moed in (23:11)
Samenzwering om Paulus te doden (23:12-22)
Romeinse soldaten brengen Paulus naar Cesarea (23:23-35)
N. Paulus’ gevangenschap in Cesarea (24:1–26:32)
Beschuldigingen tegen Paulus (24:1-9)
Paulus’ verdediging tegenover Felix (24:10-21)
Paulus’ zaak twee jaar uitgesteld (24:22-27)
Paulus voor Festus; ‘Ik beroep me op caesar!’ (25:1-12)
Festus overlegt met koning Agrippa (25:13-22)
Paulus’ verdediging tegenover Agrippa (25:23–26:11)
Paulus vertelt Agrippa over zijn eigen bekering (26:12-23)
Reactie Festus en Agrippa (26:24-32)
O. Paulus’ reis naar Rome (27:1–28:16)
P. Paulus in Rome (28:17-31)