Doorgaan naar inhoud

Doorgaan naar inhoudsopgave

STUDIEARTIKEL 9

LIED 51 Aan God opgedragen

Aarzel niet om je te laten dopen

Aarzel niet om je te laten dopen

‘Waarom aarzel je nog? Sta op, laat je dopen.’ — HAND. 22:16.

FOCUS

Hoe het voorbeeld van de Samaritanen, Saulus van Tarsus, Cornelius en de Korinthiërs je kan motiveren om naar de doop toe te groeien.

1. Wat zijn goede redenen om je te laten dopen?

 HOUD je van Jehovah, degene die je zo veel goede dingen heeft gegeven en aan wie je zelfs het leven te danken hebt? Wil je laten zien dat je van hem houdt? Je kunt dat het beste doen door je aan hem op te dragen en je te laten dopen. Dan word je deel van Jehovah’s gezin. En omdat je dan bij hem hoort zal je Vader en Vriend voor je zorgen en je leiden (Ps. 73:24; Jes. 43:1, 2). Bovendien krijg je door je opdracht en doop het vooruitzicht eeuwig te leven (1 Petr. 3:21).

2. Wat gaan we in dit artikel bespreken?

2 Is er iets dat je ervan weerhoudt te worden gedoopt? Als dat zo is, weet dan dat je situatie niet uniek is. Miljoenen mensen vóór jou hebben hun gedrag en denken moeten veranderen om voor de doop in aanmerking te komen. Nu zijn ze gelukkige, ijverige aanbidders van Jehovah. Laten we eens kijken naar het voorbeeld van sommigen die in de eerste eeuw werden gedoopt. We zullen zien welke obstakels ze moesten overwinnen en wat je van ze kunt leren.

DE SAMARITANEN

3. Welke obstakels moesten veel Samaritanen overwinnen om te kunnen worden gedoopt?

3 De Samaritanen in Jezus’ tijd waren aanhangers van een religieuze sekte in de omgeving van het oude Sichem en Samaria ten noorden van Judea. Ze aanvaardden alleen de eerste vijf boeken van de Bijbel, Genesis tot Deuteronomium, en mogelijk het boek Jozua als geïnspireerd. Om gedoopt te kunnen worden, moesten ze dus hun kennis van Gods Woord aanvullen. Maar op basis van Gods belofte in Deuteronomium 18:18, 19 verwachtten ze wel dat de Messias zou komen (Joh. 4:25). Ze konden gedoopt worden als ze Jezus als de beloofde Messias accepteerden. Dat is wat ‘veel Samaritanen’ deden (Joh. 4:39). Mogelijk hebben velen sterke vooroordelen tegen Joden moeten overwinnen (Luk. 9:52-54).

4. Hoe reageerden veel Samaritanen volgens Handelingen 8:5, 6, 14 op wat Filippus predikte?

4 Wat hielp de Samaritanen om zich te laten dopen? Toen de evangelieprediker Filippus bij de Samaritanen ‘over de Christus begon te prediken’, aanvaardden sommigen ‘het woord van God’. (Lees Handelingen 8:5, 6, 14.) Ze luisterden naar Filippus ook al had hij een Joodse achtergrond. Misschien herinnerden ze zich verzen in de Pentateuch die laten zien dat God niet partijdig is (Deut. 10:17-19). Ze ‘luisterden aandachtig toen ze hoorden wat Filippus zei’ over de Christus en ze herkenden het duidelijke bewijs dat God met Filippus was. Hij deed ook veel wonderen, waaronder zieken genezen en demonen uitdrijven (Hand. 8:7).

5. Wat kun je van de Samaritanen leren?

5 Vooroordeel of gebrek aan kennis had voor de Samaritanen een belemmering kunnen zijn. Maar ze lieten zich daar niet door tegenhouden. Toen ze ervan overtuigd waren dat wat Filippus ze had geleerd waar was, aarzelden ze niet om zich te laten dopen. De Bijbel zegt: ‘Toen Filippus het goede nieuws van Gods Koninkrijk en van de naam van Jezus Christus bekendmaakte, geloofden ze hém en er werden zowel mannen als vrouwen gedoopt’ (Hand. 8:12). Ben jij ervan overtuigd dat Gods Woord waar is en dat Jehovah’s Getuigen vooroordelen hebben overwonnen en de liefde tonen waaraan ware christenen te herkennen zijn? (Joh. 13:35) Aarzel dan niet om je te laten dopen. Je kunt er zeker van zijn dat Jehovah je zal zegenen.

6. Wat kun je van Rubens voorbeeld leren?

6 Ruben uit Duitsland groeide op in een gezin van Getuigen. Maar op een gegeven moment begon hij te twijfelen aan het bestaan van God. Hoe overwon hij zijn twijfels? Hij besefte dat hij niet genoeg kennis had, en daar besloot hij iets aan te doen. ‘Ik deed persoonlijke studie om m’n twijfels aan te pakken. Ik moest het onderwerp evolutie meerdere keren bestuderen.’ Ruben las het boek Is er een Schepper die om u geeft? Dat had een grote invloed op hem. Hij dacht: wow, Jehovah bestaat echt! Hij bezocht ook het hoofdkantoor, waar hij zag hoe bijzonder onze verenigde internationale broederschap is. Terug in Duitsland liet hij zich op 17-jarige leeftijd dopen. Als jij twijfelt aan dingen die je hebt geleerd, pak je twijfels dan aan door er iets over op te zoeken in onze publicaties. Twijfels kun je overwinnen met ‘nauwkeurige kennis’ (Ef. 4:13, 14). Daarnaast zul je meer waardering krijgen voor de wereldwijde broederschap als je hoort over de liefde en eenheid onder Jehovah’s aanbidders in andere delen van de wereld en die terugziet in je eigen gemeente.

SAULUS VAN TARSUS

7. Welke denkwijze moest Saulus veranderen?

7 Saulus van Tarsus was hoog opgeleid in het Jodendom en had een indrukwekkende Joodse achtergrond (Gal. 1:13, 14; Fil. 3:5). In die tijd bezagen veel Joden christenen als afvallig. Om die reden vervolgde Saulus ze fanatiek. Hij dacht ten onrechte dat hij Gods wil deed (Hand. 8:3; 9:1, 2; 26:9-11). Om in Jezus te geloven en christen te worden, moest Saulus bereid zijn zelf vervolgd te worden.

8. (a) Wat hielp Saulus om zich te laten dopen? (b) Hoe hielp Ananias Saulus volgens Handelingen 22:12-16? (Zie ook de afbeelding.)

8 Wat hielp Saulus om zich te laten dopen? Op een gegeven moment sprak Jezus vanuit de hemel tot hem en werd hij door een fel licht verblind (Hand. 9:3-9). Daarna vastte hij drie dagen lang. Ongetwijfeld dacht hij toen diep na over wat hij net had meegemaakt. Hij raakte ervan overtuigd dat Jezus de Messias was en dat zijn volgelingen het ware geloof hadden. Wat moet hij zich schuldig hebben gevoeld over zijn aandeel aan de dood van Stefanus! (Hand. 22:20) Na de drie dagen kwam Ananias bij hem. Hij sprak hem vriendelijk toe, herstelde zijn gezichtsvermogen en spoorde hem aan zich zonder aarzelen te laten dopen. (Lees Handelingen 22:12-16.) Saulus aanvaardde nederig de hulp van Ananias en begon aan een heel nieuw leven (Hand. 9:17, 18).

Saulus aarzelde niet toen hij werd aangespoord zich te laten dopen. Wat zul jij doen? (Zie alinea 8)


9. Wat kun je van Saulus leren?

9 Er zitten goede lessen in Saulus’ voorbeeld. Trots of angst voor wat mensen denken of doen had een obstakel voor hem kunnen zijn. Maar Saulus liet zich daar niet door tegenhouden. Nederig veranderde hij zijn leven toen hij de waarheid over Christus inzag (Hand. 26:14, 19). Hij was bereid een christen te worden ook al wist hij dat hij zou worden vervolgd (Hand. 9:15, 16; 20:22, 23). Na zijn doop vertrouwde hij er altijd op dat Jehovah hem door beproevingen heen zou helpen (2 Kor. 4:7-10). Ook jij komt misschien voor geloofsbeproevingen of moeilijkheden te staan als je je laat dopen. Maar er is hulp. Je kunt er zeker van zijn dat Jehovah en Jezus je altijd zullen steunen (Fil. 4:13).

10. Wat kun je van Anna’s voorbeeld leren?

10 Anna groeide op in een Koerdisch gezin in Oost-Europa. Nadat haar moeder was gedoopt, begon ze zelf met Bijbelstudie toen ze 9 was. Hoewel dat van haar vader mocht, leidde het tot problemen met familieleden die bij het gezin inwoonden. Ze vonden het een schande voor de familie als een van hen de religie van hun voorouders verliet. Toen Anna 12 was, vroeg ze haar vader toestemming om zich te laten dopen. Hij wilde weten of het haar eigen beslissing was of dat iemand haar onder druk zette. Ze antwoordde: ‘Ik hou van Jehovah.’ Daarop vond haar vader het goed dat ze werd gedoopt. Maar familieleden bleven gemeen tegen haar doen. Een van hen zei: ‘Je kunt nog beter een immoreel leven leiden en roken dan een Getuige zijn.’ Hoe ging Anna ermee om? Ze zegt: ‘Jehovah heeft me geholpen sterk te zijn en m’n vader en moeder hebben me echt gesteund.’ Anna houdt een lijst bij van specifieke momenten waarop ze Jehovah’s hand in haar leven heeft gevoeld. Van tijd tot tijd kijkt ze de lijst door om niet te vergeten hoe Jehovah haar heeft geholpen. Als je bang bent dat je tegenstand krijgt, bedenk dan dat Jehovah ook jou zal helpen (Hebr. 13:6).

CORNELIUS

11. Wat waren Cornelius’ omstandigheden?

11 Cornelius was een ‘centurio’, een officier in het Romeinse leger die het bevel voerde over zo’n 100 soldaten (Hand. 10:1, vtn.). Mogelijk had hij zowel in de samenleving als in het leger een hoge status. Hij ‘gaf vaak giften aan de armen onder het volk’ (Hand. 10:2). Jehovah stuurde Petrus naar hem toe om het goede nieuws te vertellen. Zou Cornelius vanwege zijn positie aarzelen om zich te laten dopen?

12. Wat hielp Cornelius om zich te laten dopen?

12 Wat hielp Cornelius om zich te laten dopen? De Bijbel laat zien dat ‘hij en iedereen in zijn huis ontzag hadden voor God’ en dat hij ‘altijd smeekgebeden tot God opzond’ (Hand. 10:2). Toen Petrus hem het goede nieuws vertelde, begonnen hij en zijn gezin in Jezus te geloven. Ze lieten zich meteen dopen (Hand. 10:47, 48). Ongetwijfeld was Cornelius bereid de veranderingen door te voeren die nodig waren om samen met zijn gezin Jehovah te aanbidden (Joz. 24:15; Hand. 10:24, 33).

13. Wat kun je van Cornelius leren?

13 Status had net als Saulus ook Cornelius ervan kunnen weerhouden christen te worden. Maar hij liet dat geen belemmering zijn. Moet jij grote veranderingen in je leven doorvoeren om gedoopt te kunnen worden? Bedenk dan dat Jehovah je zal helpen. Hij zal je zegenen als je besluit naar Bijbelse principes te leven om hem te kunnen dienen.

14. Wat kun je van Tsuyoshi’s voorbeeld leren?

14 Tsuyoshi uit Japan had een baan die hem ervan had kunnen weerhouden zich te laten dopen. Hij was assistent van de grootmeester van de Ikenoboschool voor bloemsierkunst. Als de grootmeester niet in staat was een begrafenis bij te wonen, moest Tsuyoshi als vervanger vaak boeddhistische rituelen uitvoeren. Maar toen hij de waarheid over de dood leerde kennen, wist hij dat die rituelen een obstakel voor de doop zouden zijn. Dus besloot hij om er niet meer aan deel te nemen (2 Kor. 6:15, 16). Tsuyoshi sprak er met de grootmeester over en mocht zijn baan behouden zonder de rituelen te hoeven doen. Ongeveer een jaar nadat hij met Bijbelstudie was begonnen liet hij zich dopen. a Als jij iets moet veranderen aan je werk om Jehovah’s wil te kunnen doen, wees er dan zeker van dat hij jou en je gezin zal geven wat je nodig hebt (Ps. 127:2; Matth. 6:33).

DE KORINTHIËRS

15. Wat had de Korinthiërs ervan kunnen weerhouden zich te laten dopen?

15 Het oude Korinthe was berucht om zijn materialisme en immoraliteit. Veel inwoners van de stad hadden een leefstijl die Jehovah niet goedkeurt. Het zal dus in zo’n omgeving niet makkelijk zijn geweest om Jehovah te gaan dienen. Maar toen Paulus daar het goede nieuws over de Christus predikte, waren er ‘veel Korinthiërs die luisterden, gingen geloven en werden gedoopt’ (Hand. 18:7-11). Daarna zei Jezus in een visioen tegen Paulus: ‘Ik heb veel mensen in deze stad.’ En dus bleef Paulus daar anderhalf jaar prediken.

16. Wat hielp mensen in Korinthe om obstakels voor de doop te overwinnen? (2 Korinthiërs 10:4, 5)

16 Wat hielp de Korinthiërs om zich te laten dopen? (Lees 2 Korinthiërs 10:4, 5.) Gods Woord en zijn heilige geest gaven ze de kracht om drastische veranderingen in hun leven aan te brengen (Hebr. 4:12). De mensen in Korinthe die het goede nieuws accepteerden waren in staat te stoppen met dingen als zwaar drinken, stelen en homoseksualiteit (1 Kor. 6:9-11). b

17. Wat kun je van de Korinthiërs leren?

17 Hoewel sommigen in Korinthe diepgewortelde slechte gewoonten moesten overwinnen om christen te worden, dachten ze niet dat het te moeilijk was. Ze deden echt moeite om op de smalle weg naar eeuwig leven te komen (Matth. 7:13, 14). Probeer jij van een slechte gewoonte af te komen zodat je gedoopt kunt worden? Geef het gevecht dan niet op! Smeek Jehovah of hij je met zijn heilige geest wil helpen weerstand te bieden als het verlangen opkomt om te doen wat verkeerd is.

18. Wat kun je van Monika’s voorbeeld leren?

18 Monika uit Georgië moest om gedoopt te kunnen worden veel moeite doen om te breken met dingen als smerige taal en ongepast entertainment. ‘Ik haalde kracht uit het gebed’, zegt ze over de periode vóór haar doop. ‘Jehovah wist dat ik het juiste wilde doen en hij heeft me altijd geleid en geholpen.’ Monika werd gedoopt toen ze 16 was. Heb jij gewoonten waar je mee moet breken om Jehovah op een aanvaardbare manier te kunnen dienen? Blijf hem dan vragen je de kracht te geven om te veranderen. Hij geeft je zijn heilige geest overvloedig (Joh. 3:34).

JE GELOOF KAN BERGEN VERZETTEN

19. Wat kan je helpen obstakels te overwinnen? (Zie ook de afbeelding.)

19 Jehovah houdt van je en wil graag dat je deel wordt van zijn gezin. Houd dat altijd in gedachte, wat voor obstakels je ook moet overwinnen om te worden gedoopt. Jezus zei tegen enkele discipelen: ‘Als jullie geloof maar zo groot is als een mosterdzaadje, zullen jullie tegen deze berg zeggen: “Ga van hier naar daar”, en dan gaat hij. Niets zal dan onmogelijk voor jullie zijn’ (Matth. 17:20). Degenen tegen wie hij dat zei waren pas een paar jaar zijn discipelen, dus hun geloof moest nog groeien. Maar Jezus verzekerde ze dat als ze genoeg geloof hadden, ze met Jehovah’s hulp bergen konden verzetten. Ook jij kunt met zijn hulp obstakels overwinnen waar je als een berg tegen opziet!

Twijfel er nooit aan dat Jehovah van je houdt en wil dat je deel bent van zijn gezin (Zie alinea 19) c


20. Waar hebben de voorbeelden in dit artikel jou toe gemotiveerd?

20 Als er iets is dat je ervan weerhoudt gedoopt te worden, aarzel dan niet maar doe wat je kunt om het te overwinnen. Haal motivatie en kracht uit de besproken voorbeelden uit de eerste eeuw en uit deze tijd. Dat kan je helpen om je aan Jehovah op te dragen en je te laten dopen. Het is de beste beslissing die je ooit kunt nemen!

LIED 38 Hij zal je sterk maken

a Het levensverhaal van Tsuyoshi Fujii staat in de Ontwaakt! van 8 augustus 2005, blz. 20-23.

c BESCHRIJVING AFBEELDING: Een groep broeders en zusters staat klaar om degenen die net gedoopt zijn met open armen te ontvangen.