Volgens Mattheüs 25:1-46
Voetnoten
Aantekeningen
tien maagden (...) de bruidegom tegemoet: In Bijbelse tijden werd de bruid in een plechtige optocht van het huis van haar vader naar het huis van de bruidegom of van zijn vader gebracht. Dat was een belangrijk onderdeel van de huwelijksceremonie. De bruidegom, die zijn beste kleren droeg, verliet ’s avonds zijn huis en ging samen met zijn vrienden naar het huis van de ouders van de bruid. Vandaaruit ging het paar richting het huis van de bruidegom, begeleid door muzikanten en zangers en meestal ook door mensen die lampen droegen. De mensen langs de route waren heel geïnteresseerd in deze optocht (Jes 62:5; Jer 7:34; 16:9). Blijkbaar waren er ook jonge vrouwen met lampen die zich bij de optocht aansloten. Het kon gebeuren dat de stoet, die geen reden had om zich te haasten, lang onderweg was, waardoor sommigen die langs de route wachtten, misschien moe werden en in slaap vielen. Vanwege de lange wachttijd kon het nodig zijn de lampen bij te vullen met olie. Het zingen en het gejuich zouden op grote afstand te horen zijn. Als de bruidegom en zijn gevolg het huis waren binnengegaan en de deur hadden dichtgedaan, konden laatkomers niet meer naar binnen (Mt 25:5-12; zie aantekening bij Mt 1:20).
verstandig: Of ‘beleidvol’. (Zie aantekening bij Mt 24:45.)
maakten hun lampen klaar: Blijkbaar verwijst dit naar wat gedaan moest worden om de lampen goed te laten branden, zoals de pit afknippen en de olie bijvullen.
Blijf waakzaam: Lett.: ‘blijf wakker’. Deze aansporing om geestelijk wakker te blijven is de fundamentele boodschap van de gelijkenis van de tien maagden. (Zie aantekeningen bij Mt 24:42 en 26:38.)
talenten: Het Griekse talent was geen munt maar een gewichts- en geldeenheid. Eén Grieks zilveren talent woog 20,4 kg en was ongeveer 6000 drachme of Romeinse denarii waard. Voor een gewone arbeider was dat het equivalent van zo’n 20 jaar loon. (Zie App. B14.)
geld: Lett.: ‘zilver’, dat wil zeggen zilver dat als geld werd gebruikt.
uw talent in de grond verborgen: Dat dit vaker werd gedaan blijkt uit de grote aantallen kostbaarheden en munten die door archeologen en boeren in Bijbelse landen zijn opgegraven.
bank (...) rente: Of ‘bankiers (...) rente’. In de eerste eeuw waren er veel bankiers of geldschieters in Israël en omliggende landen. Het vragen van rente op leningen aan behoeftige mede-Joden was bij de wet verboden (Ex 22:25), maar rente op leningen aan buitenlanders was wel uitdrukkelijk toegestaan, waarschijnlijk voor handelsdoeleinden (De 23:20). In Jezus’ tijd was het blijkbaar gebruikelijk om rente te ontvangen op bedragen die bij geldschieters gedeponeerd waren.
knarsetanden: Zie aantekening bij Mt 8:12.
Mensenzoon: Zie aantekening bij Mt 8:20.
komt: Zie aantekening bij Mt 24:30.
zoals een herder de schapen van de bokken scheidt: Jezus verwijst hier naar een beeld dat zijn toehoorders goed kenden. In Bijbelse tijden zorgden herders voor gemengde kudden (Ge 30:32, 33; 31:38). Het was in het Midden-Oosten gebruikelijk dat schapen en geiten samen graasden, en de herder kon beide diersoorten makkelijk herkennen als hij ze wilde scheiden. Er konden meerdere redenen zijn om dat te doen. Bijvoorbeeld voor het grazen, fokken, melken, scheren, slachten of zelfs om de dieren in groepen te verdelen zodat ze elkaar ’s nachts warm zouden houden. In ieder geval laat deze illustratie goed uitkomen dat er een duidelijke scheiding zal plaatsvinden als ‘de Mensenzoon komt in zijn majesteit’ (Mt 25:31).
aan zijn rechterhand (...) aan zijn linkerhand: In sommige contexten duiden beide posities op eer en gezag (Mt 20:21, 23), maar de plaats met de grootste eer is altijd aan de rechterhand (Ps 110:1; Han 7:55, 56; Ro 8:34). Hier en in Mt 25:34, 41 bestaat echter een duidelijk contrast tussen de begunstigde plaats aan de rechterhand van de Koning en de niet-begunstigde plaats aan zijn linkerhand. (Vergelijk Pr 10:2, vtnn.)
de bokken: Hoewel Jezus het heeft over mensen die zijn geestelijke broeders niet ondersteunen, lijkt het erop dat hij in deze illustratie ‘bokken’ niet gebruikt vanwege een negatieve eigenschap van die dieren. Het is waar dat geiten onafhankelijker en soms koppiger zijn dan schapen, maar voor de Joden waren het reine dieren. Ze mochten gebruikt worden voor het paschamaal in plaats van schapen (Ex 12:5; De 14:4). Onder de wet van Mozes werd bovendien op de jaarlijkse Verzoendag het bloed van een bok gebruikt om verzoening te doen voor de zonden van Israël (Le 16:7-27). Het lijkt erop dat Jezus de bokken gewoon gebruikt om een bepaalde groep mensen af te beelden en de schapen om een andere groep mensen af te beelden (Mt 25:32).
het Koninkrijk: In de Bijbel wordt het woord koninkrijk op verschillende manieren gebruikt. Het kan onder meer duiden op ‘het gebied of land waarover een koning regeert’, ‘de koninklijke macht’, ‘het domein’ en ‘geregeerd worden door een koning’. Hier duidt het kennelijk op de voordelen of zegeningen die je ontvangt als je door Gods Koninkrijk geregeerd wordt en in het domein ervan mag leven.
erven: De grondbetekenis van het Griekse werkwoord is dat een erfgenaam iets als een recht ontvangt, meestal vanwege verwantschap, zoals een zoon die een erfenis van zijn vader krijgt (Ga 4:30). Maar hier en in de meeste andere gevallen in de Griekse Geschriften wordt het woord in ruimere zin gebruikt voor iets dat men ontvangt als een beloning van God (Mt 19:29; 1Kor 6:9).
de grondlegging van de wereld: Of ‘het begin van de wereld’. Het Griekse woord voor grondlegging is vertaald met ‘voortbrengen’ in Heb 11:11, waar het wordt gebruikt in combinatie met ‘nageslacht’. De uitdrukking ‘grondlegging van de wereld’ duidt hier blijkbaar op de conceptie en geboorte van de kinderen die Adam en Eva kregen. Jezus brengt de grondlegging van de wereld in verband met Abel, kennelijk de eerste loskoopbare mens in de mensenwereld van wie de naam vanaf de grondlegging van de wereld opgeschreven was in de boekrol van het leven (Lu 11:50, 51; Opb 17:8).
naakt: Of ‘onvoldoende gekleed’. Het Griekse woord gumnos kan ‘licht gekleed’, ‘alleen in het onderkleed’ betekenen (Jak 2:15, vtn.).
Ik verzeker jullie: Zie aantekening bij Mt 5:18.
broeders: Het meervoud van het Griekse woord voor broeder kan op zowel mannen als vrouwen duiden.
afgesneden: Dat wil zeggen van het leven. Het Griekse kolasis wordt gebruikt voor het ‘snoeien’ of ‘afkappen’ van overbodige takken van bomen. Dat ‘afsnijden’ zou ‘voor eeuwig’ zijn, want de persoon zou van het leven worden afgesneden zonder hoop op een opstanding.
Media
Een boer gebruikte een wanschop om gedorst graan in de lucht te gooien. De zware graankorrels vielen op de grond en het lichtere kaf werd weggeblazen. Hij herhaalde dat totdat al het kaf van het graan gescheiden was.