‘Ik zat te wachten op je telefoontje’
Ed en zijn vrouw, Jennie, probeerden telefoongetuigenis voor het eerst in 2010. a ‘Ik vond het helemaal niks’, zegt Jennie. ‘Ik zei tegen mijn man: “Dat doe ik nooit meer!”’ Ed dacht er vrijwel hetzelfde over. Hij legt uit: ‘Ik hou er niet van om gebeld te worden door telemarketeers, dus ik kon me niet voorstellen dat ik telefonisch zou prediken.’
Toen kwam COVID-19, en Jehovah’s Getuigen gingen niet meer van huis tot huis. Maar in gehoorzaamheid aan Jezus’ opdracht om het goede nieuws te verkondigen, gingen ze door met de velddienst, grotendeels door middel van het schrijven van brieven en telefoongetuigenis (Mattheüs 24:14; 28:19, 20). Tegelijkertijd werden de bijeenkomsten van Jehovah’s Getuigen, waaronder bijeenkomsten voor de velddienst, via videoconferentie gehouden. Tijdens een van die bijeenkomsten verzamelde Ed de moed om telefoongetuigenis nog eens te proberen. Hoe voelde hij zich toen hij op het punt stond zijn eerste telefoontje te plegen? ‘Ik was zo nerveus dat ik om hulp bad’, zegt hij. ‘Daarna pakte ik de telefoon. En zo ontmoette ik Tyrone.’ b
Tyrone en zijn vrouw, Edith, wonen op het platteland van Kentucky (VS). Tyrone is 83 en ziet slecht. Toch nam hij Eds aanbod voor een Bijbelcursus aan. Hij las het studiemateriaal met een vergrootglas en begon de Bijbel regelmatig met Ed via de telefoon te bestuderen.
Ongeveer een maand later begonnen Tyrone en Edith de bijeenkomsten van de plaatselijke gemeente bij te wonen. Maar omdat ze geen internetverbinding hebben, luisterden ze per telefoon mee. Waardoor had Edith belangstelling gekregen voor de waarheid?
Tijdens de studie met Tyrone konden Ed en Jennie Edith op de achtergrond horen. Ze hielp Tyrone met zijn antwoorden en met het vinden van Bijbelteksten. Maar daar bleef het bij. ‘Er klonk een diepe droefheid in haar stem,’ zegt Jennie, ‘maar Ed en ik wisten niet waarom.’
Op een dag voelde Jennie de behoefte om met Edith te praten. Dus op een geschikt moment vroeg ze Ed om de telefoon. ‘Tyrone,’ zei ze, ‘ik hoor de stem van je vrouw op de achtergrond, en ik wil haar graag uitnodigen om een tekst te lezen of iets te zeggen.’
Na een korte pauze hoorde Jennie de stem van Edith. ‘Ik heb al een tijdje met je willen praten’, begon Edith met haar zachte stem. Toen zei ze: ‘Ik ben een van Jehovah’s Getuigen. Ik ben al 40 jaar inactief.’
Jennie was stomverbaasd. ‘Je bent mijn zus!’, riep ze uit, en ze begonnen allebei te huilen.
Kort daarna gaf Ed Edith een exemplaar van de brochure Kom terug bij Jehovah. In de weken die volgden, merkten Ed en Jennie dat er iets veranderd was aan Edith. ‘In het begin klonk er heel veel pijn in haar stem’, zegt Ed. ‘Nu zit er leven in.’ Edith maakte mooie geestelijke vorderingen en is inmiddels weer een vreugdevolle verkondiger van het goede nieuws. Haar man liet zich in juli 2022 dopen als een van Jehovah’s Getuigen.
Als Ed terugdenkt aan zijn vroegere houding ten opzichte van telefoongetuigenis, denkt hij ook aan een gesprek dat hij met Tyrone had. Nadat Ed hem Johannes 6:44 had voorgelezen en had uitgelegd dat Jehovah mensen tot de waarheid trekt, zei Tyrone dat hij het daarmee eens was en voegde eraan toe: ‘Ik zat te wachten op je telefoontje.’ Ook Jennie is blij dat zij en haar man de moed hebben verzameld om weer deel te nemen aan telefoongetuigenis. ‘Jehovah zegent zulke inspanningen’, zegt ze.