1-2. Wat is één reden waarom het boek Openbaring ons moet interesseren?

 STEL dat je door een fotoalbum van iemand anders bladert. Terwijl je de foto’s bekijkt, zie je vooral veel onbekende gezichten. Maar dan is er een foto die meteen je aandacht trekt. Waarom? Omdat je er zelf op staat. Terwijl je hem wat beter bekijkt, vraag je je af waar en wanneer hij is genomen. En je probeert te bedenken wie de anderen op de foto zijn. Het is een foto die iets voor je betekent.

² Het boek Openbaring is te vergelijken met die foto. Waarom? Daar zijn minstens twee redenen voor. De eerste is dat het Bijbelboek voor ons is geschreven. In het eerste vers staat: ‘Een openbaring door Jezus Christus, die God hem gegeven heeft om aan zijn slaven te laten zien wat er binnenkort moet gebeuren’ (Openb. 1:1). Dus wat in Openbaring staat is niet bedoeld voor mensen in het algemeen maar voor ons, opgedragen aanbidders van God. En omdat we Gods volk zijn, vinden we het niet vreemd te ontdekken dat we deel uitmaken van de vervulling van de profetieën erin. Als je dit fascinerende boek leest, zie je dus jezelf ‘op de foto’.

3-4. Wanneer zouden de profetieën in Openbaring volgens het boek zelf in vervulling gaan, en wat betekent dat voor ons?

³ De tweede reden om in de profetieën van Openbaring geïnteresseerd te zijn is de tijd waarin ze in vervulling gaan. De bejaarde apostel Johannes gaf aan wanneer dat  zou zijn: ‘Door inspiratie kwam ik in de dag van de Heer’ (Openb. 1:10). Toen hij dat rond het jaar 96 schreef, lag ‘de dag van de Heer’ nog ver in de toekomst (Matth. 25:14, 19; Luk. 19:12). Volgens Bijbelse profetieën begon die dag toen Jezus in 1914 Koning in de hemel werd. Vanaf dat jaar begonnen de profetieën van Openbaring, waarbij Gods volk betrokken is, in vervulling te gaan. Dus we leven nu ‘in de dag van de Heer’!

⁴ Omdat we in zo’n opwindende tijd leven, is het aan ons om speciale aandacht te geven aan de vriendelijke raad in Openbaring 1:3: ‘Gelukkig is hij die de woorden van deze profetie hardop leest en zijn zij die ze horen en die zich houden aan alles wat erin geschreven staat, want de vastgestelde tijd is nabij.’ Het is dus belangrijk dat we de woorden van deze profetie ‘hardop lezen’ en ‘horen’ en dat we ons ‘eraan houden’. Wat zijn enkele van die ‘woorden’?

5. Hoe helpt het boek Openbaring ons Jehovah op een aanvaardbare manier te aanbidden?

⁵ Al in het eerste hoofdstuk van Openbaring komen we erachter dat Jezus heel goed weet wat er in de gemeenten gebeurt (Openb. 1:12-16, 20; 2:1). Dat blijkt namelijk uit de boodschappen die hij naar de zeven gemeenten in Klein-Azië stuurde. Daarin gaf hij specifieke raad om christenen in de eerste eeuw te helpen Jehovah op een aanvaardbare manier te aanbidden. En wat hij zei geldt ook voor al Gods aanbidders in deze tijd. Onze Leider, Christus Jezus, weet heel goed hoe het geestelijk met ons gaat. We staan onder zijn beschermende toezicht. Niets ontgaat hem, hij ziet alles. En hij weet wat we moeten doen om Jehovah’s goedkeuring te behouden. Welke raad gaf hij die ook wij moeten opvolgen?

6. (a) Welk fundamentele probleem in de gemeente in Efeze kaart Jezus aan in Openbaring 2:3, 4? (b) Welke les kunnen wij daaruit halen?

⁶ Lees Openbaring 2:3, 4. Verlies je eerste liefde voor Jehovah niet. Uit Jezus’ boodschap aan de christenen in Efeze blijkt dat ze volharding hebben getoond en Jehovah ondanks allerlei uitdagingen zijn blijven dienen. Het probleem is dat ze de liefde die ze eerst hadden zijn kwijtgeraakt. Ze moeten die liefde weer aanwakkeren, anders is hun aanbidding niet aanvaardbaar. Ook wij moeten meer doen dan puur volharden. Je moet volharden om de juiste redenen. Jehovah ziet niet alleen wat je doet maar ook waarom je het doet. Hij vindt je motieven belangrijk, want hij verwacht dat je hem aanbidt uit diepe liefde en waardering voor hem (Spr. 16:2; Mark. 12:29, 30).

7. (a) Welk probleem ziet Jezus volgens Openbaring 3:1-3 in de gemeente in Sardes? (b) Wat moeten wij doen?

⁷ Lees Openbaring 3:1-3. Blijf waakzaam en alert. De christenen in Sardes hebben een ander probleem. Ze zijn in het verleden heel actief geweest, maar nu zijn ze laks in hun dienst voor God. Jezus zegt dat ze ‘wakker’ moeten worden. Welke waarschuwing zit daar voor ons in? Natuurlijk zal Jehovah niet vergeten wat je voor hem hebt gedaan (Hebr. 6:10). Maar je kunt niet blijven teren op het verleden. Zelfs als je minder  kunt doen dan voorheen, moet je druk bezig blijven in ‘het werk van de Heer’ en echt tot het einde toe waakzaam en alert zijn (1 Kor. 15:58; Matth. 24:13; Mark. 13:33).

8. Welke les kun je halen uit wat in Openbaring 3:15-17 is gezegd tegen de christenen in Laodicea?

⁸ Lees Openbaring 3:15-17. Aanbid Jehovah vurig, met heel je hart. Jezus belicht in zijn boodschap aan de christenen in Laodicea weer een ander probleem. Ze zijn ‘lauw’ in hun aanbidding. Vanwege hun apathie noemt Jezus hun toestand ‘ellendig en zielig’. Ze moeten zich vurig inzetten voor Jehovah en zijn aanbidding (Openb. 3:19). Wat is de les voor ons? Als je merkt dat je vuur wat is gedoofd, wakker dan je waardering voor onze geestelijke rijkdom aan (Openb. 3:18). Laat nooit toe dat je aanbidding naar het tweede plan verschuift omdat je te veel bezig bent met een comfortabel leven.

9. Op welk gevaar wijst Jezus ons in zijn boodschappen aan Pergamum en Thyatira?

⁹ Verwerp de ideeën van afvalligen. Jezus wijst sommigen in Pergamum terecht omdat ze verdeeldheid zaaien (Openb. 2:14-16). Hij heeft juist lovende woorden voor christenen in Thyatira die uit de buurt blijven van de ‘diepe dingen van Satan’. Hij spoort ze aan ‘vast te houden aan’ de waarheid (Openb. 2:24-26). Zwakke christenen die zich door valse leer hebben laten misleiden, moeten berouw hebben. Wat is de les voor ons? Verwerp alles wat tegen Jehovah’s manier van denken ingaat. Afvalligen hebben misschien ‘een schijn van vroomheid’ maar ze ‘blijken de kracht ervan niet te bezitten’ (2 Tim. 3:5). Zorg dat je altijd Gods Woord goed bestudeert, want dat maakt het makkelijker valse leer te herkennen en verwerpen (2 Tim. 3:14-17; Jud. 3, 4).

10. Welke andere les kunnen we halen uit wat Jezus tegen de gemeenten in Pergamum en Thyatira zegt?

¹⁰ Tolereer geen enkele vorm van immoraliteit. Er is nog een probleem in Pergamum en Thyatira. Jezus veroordeelt sommigen in die gemeenten omdat ze immoraliteit toestaan (Openb. 2:14, 20). Wat is de les voor ons? Al dien je Jehovah nog zo lang of heb je nog zo veel voorrechten, je kunt nooit  verwachten dat Jehovah immoreel gedrag wel zal tolereren (1 Sam. 15:22; 1 Petr. 2:16). Hij wil dat we ons aan zijn hoge morele normen houden, hoe diep de normen van de wereld ook kelderen (Ef. 6:11-13).

11. Wat komt duidelijk naar voren in de lessen die we hebben besproken? (Zie ook het kader ‘ Lessen voor ons’.)

¹¹ De besproken lessen laten uitkomen hoe belangrijk het is erop toe te zien dat je aanbidding aanvaardbaar is voor Jehovah. Als je iets doet dat je aanbidding onaanvaardbaar zou maken, moet je direct in actie komen om het recht te zetten (Openb. 2:5, 16; 3:3, 16). Maar Jezus liet nog iets uitkomen in zijn boodschappen aan de gemeenten.

12. Wat kunnen we leren van Jezus’ boodschappen aan de christenen in Smyrna en Filadelfia? (Openbaring 2:10)

¹² Welke boodschap heeft Jezus voor de gemeenten in Smyrna en Filadelfia? Hij zegt tegen de christenen daar dat ze niet bang moeten zijn voor vervolging, omdat hun trouw zal worden beloond (lees Openbaring 2:10; 3:10). Wat is de les voor ons? We kunnen verwachten dat we worden vervolgd en moeten bereid zijn het te doorstaan (Matth. 24:9, 13; 2 Kor. 12:10). Waarom is dat belangrijk?

13-14. Welke gevolgen hebben de gebeurtenissen in Openbaring 12 voor Gods volk?

¹³ Het boek Openbaring laat zien dat Gods volk in onze tijd, ‘de dag van de Heer’, wordt vervolgd. In Openbaring 12 staat dat er direct na de geboorte van Gods Koninkrijk oorlog uitbreekt in de hemel. Michaël, de verheerlijkte Jezus Christus, strijdt met zijn leger tegen Satan en de demonen (Openb. 12:7, 8). Die vijanden van God worden verslagen en naar de aarde geworpen, waar ze de mensen onnoemelijk veel leed aandoen (Openb. 12:9, 12). Welke gevolgen heeft die ontwikkeling voor Gods volk?

¹⁴ In Openbaring staat hoe Satan reageert. Omdat hij geen toegang tot het hemelse rijk meer heeft, richt hij zijn woede op het overblijfsel van gezalfden. Zij zijn de vertegenwoordigers van Gods Koninkrijk op aarde en ‘hebben de taak over Jezus te getuigen’ (Openb. 12:17; 2 Kor. 5:20; Ef. 6:19, 20). Hoe is die profetie in vervulling gegaan?

15. Wie worden afgebeeld door de ‘twee getuigen’ in Openbaring 11, en wat gebeurde er met hen?

¹⁵ Satan zette een aanval op tegen de gezalfde broeders die de leiding namen in de prediking van het Koninkrijk. Die broeders waren de figuurlijke  ‘twee getuigen’ uit Openbaring die worden gedood (Openb. 11:3, 7-11). * In 1918 werden acht verantwoordelijke broeders op valse beschuldigingen veroordeeld tot een lange gevangenisstraf. In de ogen van mensen leek het erop dat het werk van die gezalfden was ‘gedood’.

16. Wat gebeurde er in 1919 onverwachts, maar waarmee is Satan sindsdien doorgegaan?

¹⁶ De profetie in Openbaring 11 laat zien dat de ‘twee getuigen’ na een korte periode weer tot leven worden gebracht. Dat ging in vervulling toen er binnen een jaar na de gevangenzetting van de gezalfde broeders iets verrassends gebeurde. Begin 1919 werden ze vrijgelaten en later werd de aanklacht ingetrokken. De broeders gingen meteen verder met het werk — het Koninkrijkswerk. Maar er kwam geen eind aan Satans aanvallen op Gods volk. Hij heeft sindsdien ‘een rivier’ van vervolging over al Gods aanbidders uitgestort (Openb. 12:15). Voor elk van ons ‘komt het aan op volharding en geloof’ (Openb. 13:10).

17. Welke onverwachte hulp heeft Gods volk gekregen?

¹⁷ Uit Openbaring 12 blijkt dat Gods volk uit onverwachte hoek hulp krijgt. Het is alsof ‘de aarde’ de rivier van vervolging opslokt (Openb. 12:16). En dat is precies wat er gebeurde. De stabielere elementen van Satans wereld, zoals de rechtsstelsels, zijn Gods volk van tijd tot tijd te hulp gekomen. Herhaaldelijk hebben aanbidders van Jehovah rechtszaken gewonnen die ze een mate van vrijheid brachten. Hoe hebben ze die vrijheid gebruikt? Ze hebben elke kans aangegrepen om het werk te doen dat Jehovah ze heeft gegeven (1 Kor. 16:9). Wat houdt dat werk in?

18. Wat is ons belangrijkste werk in deze laatste dagen?

¹⁸ Jezus profeteerde dat vóór het einde overal op aarde het ‘goede nieuws van het Koninkrijk’ zou worden gepredikt (Matth. 24:14). Bij het uitvoeren van dat werk wordt Gods volk geholpen door de engelen. In Openbaring wordt gesproken over een engel die ‘eeuwig goed  nieuws had om bekend te maken aan de bewoners van de aarde, aan alle landen, stammen, talen en volken’ (Openb. 14:6).

19. Welke andere boodschap moeten mensen die van Jehovah houden prediken?

¹⁹ Het goede nieuws van het Koninkrijk is niet de enige boodschap die Gods volk moet verkondigen. Ze moeten ook helpen bij het werk van de engelen die in Openbaring 8 tot 10 worden beschreven. Die engelen kondigen een reeks weeën aan voor degenen die Gods Koninkrijk verwerpen. Jehovah’s Getuigen maken dan ook een oordeelsboodschap bekend die als ‘hagel en vuur’ is. Ze vertellen wat Gods oordelen zijn over de verschillende elementen van Satans slechte wereld (Openb. 8:7, 13). Mensen moeten weten dat het einde dichtbij is, zodat ze drastische veranderingen in hun leven kunnen aanbrengen en de dag van Jehovah’s woede kunnen overleven (Zef. 2:2, 3). Maar die boodschap is niet populair. We hebben moed nodig om het aan mensen te vertellen. Tijdens de grote verdrukking zal een laatste oordeelsboodschap worden aangekondigd, en die zal nog harder aankomen (Openb. 16:21).

20. Waar gaan de volgende twee artikelen over?

²⁰ Het is heel belangrijk ons aan ‘de woorden van deze profetie’ te houden. We zijn namelijk betrokken bij de vervulling van wat we in het boek Openbaring lezen (Openb. 1:3). Maar hoe kunnen we trouw blijven onder vervolging en doorgaan met het moedig verkondigen van de boodschappen? Twee dingen zullen ons kracht geven. Ten eerste wat het boek Openbaring over Gods vijanden onthult en ten tweede wat de zegeningen zijn als we trouw blijven. Die onderwerpen komen in de volgende twee artikelen aan bod.