Blij in de God van onze redding
Blij in de God van onze redding
„Ik [wil] mij uitbundig in Jehovah verheugen; ik wil blij zijn in de God van mijn redding.” — HABAKUK 3:18.
1. Wat werd Daniël onthuld in een visioen voor Babylons val in 539 v.G.T.?
MEER dan tien jaar voor de val van Babylon in 539 v.G.T. zag de bejaarde profeet Daniël een aangrijpend visioen. Daarin werden wereldgebeurtenissen voorzegd die uiteindelijk zouden uitmonden in de beslissende oorlog tussen Jehovah’s vijanden en zijn aangestelde Koning, Jezus Christus. Wat was Daniëls reactie? Hij zei: ’Ik voelde mij uitgeput en ontzet wegens het gezicht.’ — Daniël 8:27.
2. Welk conflict zag Daniël in een visioen, en hoe denkt u over de nabijheid ervan?
2 Hoe staat het met ons? Wij leven zoveel verder in de stroom des tijds! Hoe reageren wij wanneer wij ons realiseren dat het conflict dat Daniël in een visioen zag — Gods oorlog van Armageddon — heel nabij is? Wat is onze reactie wanneer wij onderscheiden dat de goddeloosheid die in Habakuks profetie aan de kaak wordt gesteld zozeer toeneemt dat de vernietiging van Gods vijanden onvermijdelijk is? Waarschijnlijk komen onze gevoelens met die van Habakuk zelf overeen, die in het derde hoofdstuk van zijn profetische boek worden beschreven.
Habakuk bidt om Gods barmhartigheid
3. Ten behoeve van wie bad Habakuk, en hoe kunnen zijn woorden ons beïnvloeden?
3 Habakuk hoofdstuk 3 is een gebed. Volgens vers 1 wordt het tot uitdrukking gebracht in klaagliederen, liederen waarin droefheid of een weeklacht wordt geuit. Het gebed van de profeet wordt opgezonden alsof het voor hemzelf was. In werkelijkheid spreekt Habakuk echter ten behoeve van Gods uitverkoren natie. In deze tijd heeft zijn gebed veel betekenis voor Gods dienstknechten die met de Koninkrijksprediking bezig zijn. Wanneer wij Habakuk hoofdstuk 3 met dit in gedachten lezen, vervullen de woorden ervan ons met een angstig voorgevoel maar ook met vreugde. Habakuks gebed, of klaaglied, geeft ons een krachtige reden om blij te zijn in Jehovah, de God van onze redding.
4. Waarom werd Habakuk bang, en van welke uitoefening van Gods macht kunnen wij zeker zijn?
4 Zoals wij in de twee voorgaande artikelen hebben opgemerkt, was de toestand in het land Juda ten tijde van Habakuk heel slecht. Maar God zou deze situatie niet laten voortduren. Jehovah zou handelend optreden, net als hij in het verleden had gedaan. Geen wonder dat de profeet uitriep: „O Jehovah, ik heb het bericht over u gehoord. Ik ben bevreesd geworden, o Jehovah, voor uw activiteit”! Wat bedoelde hij? ’Het bericht over Jehovah’ was de opgetekende geschiedenis van Gods machtige daden, zoals bij de Rode Zee, in de wildernis en bij Jericho. Deze daden waren Habakuk bekend, en ze maakten hem bang omdat hij wist dat Jehovah opnieuw zijn grote kracht tegen zijn vijanden zou aanwenden. Wanneer wij de goddeloosheid van de mensen in deze tijd zien, weten ook wij dat Jehovah handelend zal optreden zoals hij dat in de oudheid heeft gedaan. Maakt dat ons bevreesd? Natuurlijk! Niettemin bidden wij net zoals Habakuk: „O breng ze in het midden der jaren tot leven! Moogt gij ze in het midden der jaren bekendmaken. Moogt gij er tijdens de beroering aan denken barmhartigheid te betonen” (Habakuk 3:2). Moge God op zijn bestemde tijd, „in het midden der jaren”, zijn wonderbaarlijke kracht in actie brengen. En moge hij er in die tijd aan denken barmhartigheid te betonen jegens degenen die hem liefhebben!
Jehovah in opmars!
5. Hoe ’kwam God voorts van Teman’, en wat geeft dit met betrekking tot Armageddon te kennen?
5 Wat zal er gebeuren wanneer Jehovah ons gebed om barmhartigheid hoort? Wij vinden het antwoord in Habakuk 3:3, 4. Eerst zegt de profeet: „God zelf kwam voorts van Teman, ja, een Heilige van de berg Paran.” In de tijd van de profeet Mozes lagen Teman en Paran op Israëls route door de wildernis naar Kanaän. Terwijl de grote natie Israël verder trok, leek Jehovah zelf op weg te zijn, en niets kon hem tegenhouden. Mozes zei kort voordat hij stierf: „Jehovah — van de Sinaï is hij gekomen, en hij is stralend over hen opgegaan uit Seïr. Hij is in lichtglans verschenen van het bergland van Paran, en met hem waren heilige myriaden [engelen]” (Deuteronomium 33:2). Wanneer Jehovah in Armageddon tegen zijn vijanden optrekt, zal er een soortgelijke tentoonspreiding van zijn onweerstaanbare macht zijn.
6. Wat zien christenen die onderscheidingsvermogen bezitten behalve Gods heerlijkheid nog meer?
6 Habakuk zegt ook: „[Jehovah’s] waardigheid bedekte de hemel; en van zijn lof werd de aarde vervuld. Wat zijn glans betreft, deze werd net als het licht.” Wat een luisterrijk schouwspel! Het is waar, mensen kunnen Jehovah God niet aanschouwen en toch leven (Exodus 33:20). Maar wat getrouwe dienstknechten van God betreft, de ogen van hun hart worden geïmponeerd wanneer zij over zijn grootsheid nadenken (Efeziërs 1:18). En christenen met onderscheidingsvermogen zien behalve Jehovah’s heerlijkheid nog iets. Habakuk 3:4 besluit: „Hij had twee stralen die van zijn hand uitgingen, en daar ging zijn sterkte schuil.” Ja, wij zien dat Jehovah gereed is om handelend op te treden, met aanwending van zijn rechterhand van sterkte en kracht.
7. Wat betekent Gods zegevierende opmars voor degenen die weerspannig tegen hem zijn?
7 Gods zegevierende opmars betekent rampspoed voor degenen die weerspannig tegen hem zijn. Habakuk 3:5 zegt: „Voor hem uit bleef de pest gaan, en brandende koorts ging steeds uit aan zijn voeten.” Toen de Israëlieten in 1473 v.G.T. dicht bij de grenzen van het Beloofde Land waren, werden velen van hen weerspannig en bedreven immoraliteit en afgoderij. Als gevolg daarvan stierven er ruim 20.000 aan een door God gezonden pestilentie (Numeri 25:1-9). In de nabije toekomst, wanneer Jehovah naar „de oorlog van de grote dag van God de Almachtige” opmarcheert, zullen degenen die weerspannig tegen hem zijn insgelijks voor hun zonden boeten. Sommigen zullen misschien zelfs aan een letterlijke pestilentie sterven. — Openbaring 16:14, 16.
8. Wat ligt volgens Habakuk 3:6 voor Gods vijanden in het verschiet?
8 Luister nu eens naar de levendige beschrijving die de profeet geeft van Jehovah der legerscharen in actie. In Habakuk 3:6 lezen wij: „Hij [Jehovah God] stond stil, om de aarde dooreen te schudden. Hij zag en deed de natiën vervolgens opspringen. En de eeuwige bergen werden verpletterd; de voor onbepaalde tijd blijvende heuvels bogen zich neer. De gangen van weleer zijn de zijne.” Eerst ’staat’ Jehovah ’stil’, als een generaal die het slagveld overziet. Zijn vijanden beven van angst. Zij zien wie hun tegenstander is en zijn geschokt; zij springen verontrust op. Jezus voorzei de tijd waarin „alle stammen der aarde zich in weeklacht [zullen] slaan” (Mattheüs 24:30). Te laat zullen zij zich realiseren dat niemand tegen Jehovah kan standhouden. Menselijke organisaties — zelfs die welke zo blijvend lijken als „de eeuwige bergen” en „de voor onbepaalde tijd blijvende heuvels” — zullen verbrokkelen. Het zal dan zijn als Gods „gangen van weleer”, als de wijze waarop hij in oude tijden handelend optrad.
9, 10. Waar worden wij door Habakuk 3:7-11 aan herinnerd?
9 Jehovah’s ’toorn is ontbrand’ tegen zijn vijanden. Maar welke wapens zal hij in zijn grote oorlog gebruiken? Luister terwijl de profeet ze beschrijft, met de woorden: „In zijn naaktheid wordt uw boog ontbloot. De gezworen eden van de stammen zijn datgene wat is gezegd. Met rivieren hebt gij voorts de aarde gespleten. Bergen zagen u; ze krompen van pijn ineen. Een onweersbui van water trok door. De waterdiepte bracht haar geluid voort. In de hoogte hief ze haar handen op. Zon — maan — stonden stil in hun verheven woning. Als licht bleven uw eigen pijlen gaan. Het bliksemen van uw speer diende tot glans.” — Habakuk 3:7-11.
10 In de dagen van Jozua liet Jehovah de zon en de maan stilstaan in een verbazingwekkende tentoonspreiding van kracht (Jozua 10:12-14). Habakuks profetie herinnert ons eraan dat Jehovah in Armageddon deze zelfde kracht zal aanwenden. In 1513 v.G.T. toonde Jehovah zijn heerschappij over de waterdiepten der aarde toen hij de Rode Zee gebruikte om Farao’s legers te verdelgen. Veertig jaar later vormde de volledig buiten zijn oevers getreden Jordaan geen belemmering voor Israëls zegevierende intocht in het Beloofde Land (Jozua 3:15-17). In de dagen van de profetes Debora werden de strijdwagens van Israëls vijand Sisera door stortregens weggespoeld (Rechters 5:21). Over deze zelfde krachten van overstroming, stortregen en waterdiepte zal Jehovah in Armageddon beschikken. Ook heeft hij donder en bliksem in zijn hand, als een speer of als een koker vol pijlen.
11. Wat zal er gebeuren wanneer Jehovah zijn grote kracht ontketent?
11 Het zal werkelijk vrees inboezemend zijn wanneer Jehovah zijn grote kracht ontketent. Habakuks woorden suggereren dat nacht in dag zal veranderen en dat de dag helderder zal zijn dan de zon hem ooit zou kunnen maken. Of deze geïnspireerde profetische beschrijving van Armageddon nu letterlijk of symbolisch is, één ding is zeker — Jehovah zal zegevieren, en hij zal geen enkele vijand laten ontkomen.
Redding is zeker voor Gods volk!
12. Wat zal God zijn vijanden aandoen, maar wie zullen gered worden?
12 De profeet beschrijft voorts de manier waarop Jehovah handelt om Zijn vijanden te verdelgen. In Habakuk 3:12 lezen wij: „Met openlijke veroordeling doorschreedt gij voorts de aarde. In toorn zijt gij de natiën gaan dorsen.” Toch zal Jehovah niet lukraak vernietigen. Sommige mensen zullen gered worden. „Gij zijt uitgetrokken tot de redding van uw volk, om uw gezalfde te redden”, zegt Habakuk 3:13. Ja, Jehovah zal zijn getrouwe gezalfde dienstknechten redden. De vernietiging van Babylon de Grote, het wereldrijk van valse religie, zal dan voltooid zijn. Maar in deze tijd trachten de natiën de zuivere aanbidding weg te vagen. Binnenkort zal Gods volk door de strijdkrachten van Gog van Magog worden aangevallen (Ezechiël 38:1–39:13; Openbaring 17:1-5, 16-18). Zal die satanische aanval succes hebben? Nee! Jehovah zal zijn vijanden dan in zijn toorn dorsen, hen onder zijn voeten verbrijzelen als graan op een dorsvloer. Maar hij zal degenen die hem met geest en waarheid aanbidden, redden. — Johannes 4:24.
13. Hoe zal Habakuk 3:13 in vervulling gaan?
13 De grondige vernietiging van de goddelozen wordt in de volgende woorden voorzegd: „Gij [Jehovah] hebt het hoofd uit het huis van de goddeloze verpletterd. Het fundament werd blootgelegd, ja, tot de hals toe” (Habakuk 3:13). Dit „huis” is het goddeloze samenstel dat zich onder invloed van Satan de Duivel heeft ontwikkeld. Het zal verbrijzeld worden. Het „hoofd”, of de tegen God gekante leiders, zal verpletterd worden. Het hele bouwsel zal afgebroken worden, tot op het fundament. Het zal niet meer bestaan. Wat een geweldige verademing zal dat zijn!
14-16. Wat zal er volgens Habakuk 3:14, 15 met Jehovah’s dienstknechten en met hun vijanden gebeuren?
14 In Armageddon zullen degenen die Jehovah’s „gezalfde” trachten te vernietigen in verwarring gebracht worden. Volgens Habakuk 3:14, 15 spreekt de profeet tot God, met de woorden: „Met zijn eigen staven hebt gij het hoofd van zijn krijgslieden doorboord toen zij aanstormden om mij te verstrooien. Hun uitgelaten gejubel was als van hen die eropuit zijn een ellendige in een schuilplaats te verslinden. Door de zee heen zijt gij met uw paarden getreden, door de massa uitgestrekte wateren heen.”
15 Wanneer Habakuk zegt ’krijgslieden stormden aan om mij te verstrooien’, spreekt de profeet voor Jehovah’s gezalfde dienstknechten. Als struikrovers die op de loer liggen, zullen de natiën te voorschijn springen om Jehovah’s aanbidders te vernietigen. Deze vijanden van God en van zijn volk zullen ’uitgelaten jubelen’, overtuigd
van succes. Getrouwe christenen zullen zwak lijken, als „een ellendige”. Maar wanneer de tegen God gekante strijdkrachten hun aanval inzetten, zal Jehovah maken dat zij hun wapens tegen zichzelf keren. Zij zullen hun wapens of „staven” tegen hun eigen krijgslieden gebruiken.16 Maar er ligt meer in het verschiet. Jehovah zal bovenmenselijke geestenkrachten gebruiken om de vernietiging van zijn vijanden te voltooien. Met de „paarden” van zijn hemelse legerscharen onder Jezus Christus zal hij zegevierend voorwaarts trekken, door „de zee” en „de massa uitgestrekte wateren”, dat wil zeggen de woelige menigte van de vijandige mensheid, heen (Openbaring 19:11-21). Dan zullen de goddelozen van de aarde worden verwijderd. Wat een krachtige tentoonspreiding van goddelijke macht en gerechtigheid!
Jehovah’s dag komt naderbij!
17. (a) Waarom kunnen wij vertrouwen stellen in de vervulling van Habakuks woorden? (b) Hoe kunnen wij als Habakuk zijn terwijl wij Jehovah’s grote dag afwachten?
17 Wij kunnen er zeker van zijn dat Habakuks woorden binnenkort in vervulling zullen gaan. Ze zullen niet op zich laten wachten. Hoe reageert u op deze voorkennis? Bedenk dat Habakuk onder goddelijke inspiratie schreef. Jehovah zal handelend optreden, en er zal verwoesting op aarde zijn wanneer dit gebeurt. Het is dan ook geen wonder dat de profeet schreef: „Ik hoorde het, en mijn buik kwam in beroering; bij het geluid Habakuk 3:16). Habakuk raakte heel erg in beroering — en dat is begrijpelijk. Maar werd zijn geloof aan het wankelen gebracht? Beslist niet! Hij was bereid om rustig Jehovah’s grote dag af te wachten (2 Petrus 3:11, 12). Is dat ook niet onze houding? Uiteraard! Wij hebben het volste vertrouwen dat Habakuks profetie vervuld zal worden. Maar totdat het zover is, zullen wij geduldig afwachten.
trilden mijn lippen; verrotting drong voorts in mijn beenderen; en in mijn toestand was ik in beroering, dat ik rustig de dag der benauwdheid moest afwachten, wanneer hij optrekt tegen het volk, om een overval op hen te plegen” (18. Wat was Habakuks houding, hoewel hij ontberingen verwachtte?
18 Oorlog brengt altijd ontberingen met zich, zelfs voor de uiteindelijke overwinnaars. Het voedsel kan opraken. Bezittingen kunnen verloren gaan. De levensstandaard kan dalen. Hoe reageren wij als dat ons overkomt? Habakuk had een voorbeeldige houding, want hij zei: „Al bloeit zelfs de vijgeboom niet, en is er geen opbrengst aan de wijnstokken, al loopt het werk van de olijfboom werkelijk op een mislukking uit, en brengen zelfs de terrassen werkelijk geen voedsel voort, al wordt het kleinvee werkelijk afgesneden van de kooi, en is er geen rundvee in de omheinde ruimten — Toch wil ik, wat mij betreft, mij uitbundig in Jehovah verheugen; ik wil blij zijn in de God van mijn redding” (Habakuk 3:17, 18). Habakuk was zo realistisch om ontberingen te verwachten, misschien hongersnood. Toch heeft hij nooit zijn vreugde verloren in Jehovah, van wie zijn redding afkomstig was.
19. Met welke ontberingen worden veel christenen geconfronteerd, maar waar kunnen wij zeker van zijn als wij Jehovah op de eerste plaats in ons leven stellen?
19 In deze tijd, zelfs al vóór Jehovah’s oorlog tegen de goddelozen, verkeren velen in uiterst benarde omstandigheden. Jezus voorzei dat oorlogen, hongersnoden, aardbevingen en pestilenties deel zouden uitmaken van ’het teken van zijn tegenwoordigheid’ in koningsmacht (Mattheüs 24:3-14; Lukas 21:10, 11). Veel van onze medegelovigen wonen in landen die ernstig getroffen worden door de vervulling van Jezus’ woorden, en als gevolg daarvan lijden zij zware ontberingen. Andere christenen kunnen in de toekomst soortgelijke dingen meemaken. Voor velen meer van ons is het heel goed mogelijk dat ’de vijgeboom niet zal bloeien’ voordat het einde komt. Maar wij weten waarom deze dingen gebeuren, en dat geeft ons kracht. Bovendien krijgen wij ondersteuning. Jezus beloofde: „Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn [Gods] rechtvaardigheid zoeken, en al deze andere dingen zullen u worden toegevoegd” (Mattheüs 6:33). Dat is geen garantie voor een comfortabel leven, maar het geeft ons wel de verzekering dat als wij Jehovah op de eerste plaats in ons leven stellen, hij over ons zal waken. — Psalm 37:25.
20. Wat moeten wij, ondanks tijdelijke ontberingen, vastbesloten zijn te doen?
20 Welke tijdelijke ontberingen wij ook moeten verduren, wij zullen ons geloof in Jehovah’s reddende kracht niet verliezen. Veel van onze broeders en zusters in Afrika, Oost-Europa en elders moeten buitengewoon moeilijke omstandigheden verduren, maar zij blijven ’zich uitbundig in Jehovah verheugen’. Mogen wij, net als zij, dit ook altijd blijven doen. Bedenk dat de Soevereine Heer Jehovah onze Bron van „vitale kracht” is (Habakuk 3:19). Hij zal ons nimmer in de steek laten. Armageddon komt onherroepelijk, en Gods beloofde nieuwe wereld zal zeker volgen (2 Petrus 3:13). Dan zal „de aarde . . . vervuld zijn van het kennen van Jehovah’s heerlijkheid, ja, zoals de wateren de zee bedekken” (Habakuk 2:14). Laten wij tot die schitterende tijd het goede voorbeeld van Habakuk volgen. Laten wij ons altijd ’uitbundig in Jehovah verheugen en blij zijn in de God van onze redding’.
Kunt u zich dit herinneren?
• Hoe kan Habakuks gebed invloed op ons uitoefenen?
• Waarom trekt Jehovah op?
• Wat zegt Habakuks profetie over redding?
• Met welke houding dienen wij Jehovah’s grote dag af te wachten?
[Studievragen]
[Illustratie op blz. 23]
Weet u welke krachten God in Armageddon tegen de goddelozen zal aanwenden?