Een zeldzame ontmoeting met een onopvallende jager
Een zeldzame ontmoeting met een onopvallende jager
DOOR EEN ONTWAAKT!-MEDEWERKER IN CANADA
„KIJK! Daar op dat veld”, fluisterde ik opgewonden. Mijn vrouw en ik waren aan het kanovaren op de majestueuze Nechako, midden in British Columbia, en genoten van de beelden en geluiden van de ongerepte wildernis. Opeens sprong er uit het niets een beest te voorschijn om zich op een argeloze haas te storten. In een fractie van een seconde zocht het slachtoffer de veiligheid. Het roofdier bespeurde onze aanwezigheid en bleef een moment roerloos staan. Hij keek ons aan met een koele blik en gromde alsof hij wilde zeggen: ’Jullie worden bedankt dat jullie mijn ontbijt hebben verjaagd.’ Toen verdween hij stilletjes in de duisternis van de bosjes. „Wat was dat voor beest?”, vroeg mijn vrouw. „Een lynx”, antwoordde ik. Precies op dat moment weerklonk er een angstaanjagend gegrom door de frisse ochtendlucht, dit keer langer en luider.
Een ongewone aanblik
Dat was beslist een zeldzame ontmoeting. Ooit zwierf de lynx rond in de wouden en bergen van het hele noordelijk halfrond, maar tegenwoordig wordt hij alleen nog maar aangetroffen in geïsoleerde streken op aarde. Volgens bevestigde berichten zijn er exemplaren waargenomen in afgelegen bergachtige gebieden van Eurazië en in zuidelijke richting helemaal tot in de bergen van Spanje. Het grootste aantal is echter in Siberië en in de dichte, aaneengesloten wouden in het noorden van Canada en in Alaska te vinden. Een naslagwerk over wilde katten zegt: „Lynxen hebben een habitat van twee soorten bos nodig om aangenaam te leven: dichtbegroeide gebieden met knoestige, verstrengelde, volgroeide bomen waar ze een schuilplaats vinden en een hol om hun jongen ter wereld te brengen, en malse, sappige weiden en bossen met jonge boompjes waar ze op hazen kunnen jagen.”
Sommige volwassen lynxen zijn ongeveer zes keer zo groot als een grote huiskat en komen bij een volwassen mens tot iets onder
zijn middel. Een Noord-Amerikaanse mannetjeslynx kan tussen de tien en vijftien kilo wegen en een vrouwtje tussen de vijf en tien kilo. Ze zijn ongeveer half zo groot als hun Europese verwanten. Sommige van deze wilde katten worden wel een meter lang.Een van de onderscheidende kenmerken van de lynx is de buitensporige beharing van zijn wangen waardoor hij er duidelijk anders uitziet dan de meeste katachtigen. Zijn kop, die breder en korter is dan die van de meeste katten, geeft hem bedrieglijk een schuw en bijna tam uiterlijk. In de winter krijgt de Noord-Amerikaanse lynx een dichte, zachte vacht van zo’n tien centimeter dik, met een doorgaans lichtgrijze kleur en donkerder grijze vlekken op zijn kop. De Europees-Aziatische lynx kan een lichtbruine kleur hebben met een donkerbruine tekening. De lynx heeft ook een kenmerkende, korte en dikke staart van ongeveer tien centimeter lang die eindigt in een pluim van zwarte haren. Opvallend zijn de grote driehoekige oren met zwarte pluimen. Die werken als antennes, want ze helpen om de geluiden van kleine prooidieren te lokaliseren.
Precisie en een verdekte opstelling stellen de gewoonlijk solitair jagende lynx in staat zijn prooi te vangen. Door zijn grote, sneeuwschoenachtige, van zoolkussentjes voorziene poten met intrekbare klauwen, kan hij gemakkelijk door een dikke laag sneeuw rennen. Met zijn bijzonder
lange, krachtige achterpoten kan hij ogenblikkelijk versnellen en met één sprong twee tot drie meter naar voren schieten. Ook kan hij in de lucht een acrobatische draaibeweging maken om tijdens een achtervolging van richting te veranderen. Maar die jacht duurt altijd maar kort. De lynx zal het opgeven wanneer hij zijn prooi niet na een sprong of vijf heeft ingehaald. Hij zal vaak tussen de drie en tien hazen moeten achtervolgen voordat hij er een te pakken heeft. Dus een gemiste kans betekent een lege maag. Wanneer hij zijn prooi wel inhaalt zal hij zijn krachtige, korte kaak — uitgerust met 28 tanden en kiezen, waaronder 4 hoektanden die werken als een dolk — gebruiken om de nek van zijn slachtoffer door te bijten.De jacht vindt voornamelijk kort voor zonsopgang en net na de avondschemering plaats. Zoals voor de meeste katten geldt, kan de lynx in het schemerdonker zien. Om ’s nachts te kunnen zien, heeft hij feitelijk al voldoende aan slechts een zesde van de hoeveelheid licht die een mens nodig heeft. Kattenogen hebben een speciaal membraan achter het netvlies, dat fungeert als een spiegel die het licht door het netvlies heen terugkaatst voor maximale prikkeling. Daardoor lijken de ogen, wanneer ze u recht aankijken, te glanzen als glazen knikkers in het donker. Een boek over wilde katten van de wereld zegt: „Lynxen gaan af op hun gezichtsvermogen om van grote afstand prooien te ontdekken. Naar verluidt kunnen ze een muis al van een afstand van 75 meter waarnemen en een sneeuwschoenhaas vanaf 300 meter — ruim driemaal de lengte van een voetbalveld.”
Het lievelingseten van de lynx in Canada is de sneeuwschoenhaas en elke drie dagen zal hij er gemiddeld twee buitmaken. Een weldoorvoede lynx kan wel vijftien jaar oud worden. Hij zal als vindingrijk jager ook muizen, woelmuizen, sneeuwhoenders, eenden, bevers en eekhoorns eten. Er zijn gedocumenteerde berichten dat sommige lynxen zelfs herten hebben gedood, wat ze de reputatie van wrede en agressieve jagers heeft opgeleverd.
Wat er voor het behoud van de lynx nodig is
Wanneer een vrouwtje gereed is om zich voort te planten, zal ze dit laten merken door haar geurmarkeringen en jankende geluiden. Na het paren zal ze een nest werpen van ongeveer vier jongen en, in zeldzame gevallen, van wel zeven jongen als er voedsel in overvloed is. Het is interessant dat wanneer het voedsel schaars is, de nesten kleiner zullen zijn.
De lynx, die van nature goed gecamoufleerd is, zal gebieden vermijden waar mensen zijn geweest. Pogingen tot behoud van het dier hebben ertoe bijgedragen dat hij in veel delen van British Columbia gedijt. Ook de moderne, selectieve houtkapmethoden zullen hem misschien helpen omdat er op die kleine, open plekken in het bos weiden ontstaan waar hazen kunnen grazen. Als de hazenpopulatie toeneemt, neemt ook de lynxenpopulatie toe.
Dit boeiende dier is een belangrijk onderdeel van een ingewikkeld ecosysteem. Net als andere roofdieren is de lynx afhankelijk van zijn prooi. Volgens een beschrijving in een boek over de natuur ’is hij ook afhankelijk van het gras en de takken die zijn prooi eet. Bovendien is hij afhankelijk van de organismen in de bosgrond waardoor de planten die de prooi eet, worden gevoed.’ De complexiteit van de natuur doet ons beslist inzien hoe belangrijk het voor dieren als de lynx is dat we in harmonie met ons milieu leven en het beschermen.