VRAAG 1
Wie ben ik?
WAT ZOU JIJ DOEN?
Stel je de volgende situatie eens voor: Karen is net aangekomen op een feestje. Ze kijkt wat rond en dan hoort ze achter zich een bekende stem.
‘Wat sta jij daar te staan?’
Karen draait zich om en ziet haar vriendin Jessica met twee biertjes in haar handen. Jessica houdt een flesje voor Karens neus en zegt: ‘Je bent oud genoeg voor een echt feestje, toch?’
Karen wil eigenlijk weigeren, maar Jessica is haar vriendin. Ze wil niet dat haar vriendin haar saai vindt. Trouwens, Jessica doet geen gekke dingen. Als zij een biertje neemt, zal het wel niet zo verkeerd zijn. ‘Het is maar een biertje’, maakt Karen zichzelf wijs. ‘Het is niet alsof ik drugs neem.’
Wat zou jij doen in Karens situatie?
TIME-OUT!
Om in zulke situaties een goede beslissing te nemen, heb je een eigen identiteit nodig. Dat wil zeggen dat je weet wie je bent en waar je voor staat. Als je dat weet, is het makkelijker om je eigen keuzes te maken. Je laat dan je leven niet door anderen bepalen (1 Korinthiërs 9:26, 27).
Hoe kun je zo’n innerlijke kracht ontwikkelen? Beantwoord om te beginnen eens de volgende vragen.
1 WAT ZIJN JE STERKE PUNTEN?
Als je weet wat je talenten en goede eigenschappen zijn, heb je meer zelfvertrouwen.
BIJBELS VOORBEELD: Paulus schreef: ‘Ook al ben ik geen goede spreker, kennis heb ik wel’ (2 Korinthiërs 11:6). Omdat Paulus Gods Woord door en door kende, kon hij zich goed verdedigen als anderen hem uitdaagden. Negatieve opmerkingen hadden geen invloed op zijn zelfvertrouwen (2 Korinthiërs 10:10; 11:5).
NU JIJ: Schrijf op waar je goed in bent.
Schrijf nu een paar goede eigenschappen van je op. (Ben je bijvoorbeeld aardig, zorgzaam, betrouwbaar, altijd op tijd?)
2 WAT ZIJN JE ZWAKKE PUNTEN?
Een ketting is net zo sterk als de zwakste schakel. Zo is het ook met je eigen identiteit. Als je niets aan je zwakke punten doet, krijgen ze snel meer invloed op je. En dat maakt je geen leuker persoon.
BIJBELS VOORBEELD: Paulus kende zijn zwakke punten. Hij schreef: ‘De mens die ik vanbinnen ben geniet echt van Gods wet, maar in mijn lichaam zie ik een andere wet strijd voeren tegen de wet van mijn verstand en mij een gevangene maken van de wet van de zonde’ (Romeinen 7:22, 23).
NU JIJ: Aan welke negatieve eigenschappen wil je werken?
3 WAT ZIJN JE DOELEN?
Stel: je neemt de taxi. Zou je de chauffeur vragen om rondjes te rijden tot de tank leeg is? Dat zou dom zijn, en ook duur!
De les? Als je een doel hebt, kun je richting aan je leven geven en voorkom je dat je in een kringetje blijft ronddraaien. Je weet waar je heen wilt en hoe je daar kunt komen.
BIJBELS VOORBEELD: Paulus schreef: ‘Ik ren niet als iemand zonder doel’ (1 Korinthiërs 9:26). Paulus liet de dingen niet gewoon op zich afkomen. Hij had doelen en probeerde die te bereiken (Filippenzen 3:12-14).
NU JIJ: Schrijf drie doelen op die je binnen een jaar wilt bereiken.
4 WAAR BEN JE VAN OVERTUIGD?
Als je nergens van overtuigd bent, is het moeilijk om beslissingen te nemen. Dan lijk je op een kameleon en ga je je aanpassen aan je leeftijdgenoten om erbij te horen. Eigenlijk heb je dan geen eigen identiteit.
Als je ergens van overtuigd bent, maak je je eigen keuzes. Je hebt dan een eigen identiteit. Wat anderen doen, heeft geen invloed op je.
BIJBELS VOORBEELD: Daniël was waarschijnlijk een tiener toen hij ‘zich in zijn hart voornam’ om zich aan Gods wetten te houden, ook al woonde hij ver van zijn familie (Daniël 1:8). Hij liet zich niet door anderen beïnvloeden. Hij was ergens van overtuigd en dat had invloed op zijn leven.
NU JIJ: Waar ben je van overtuigd? Bijvoorbeeld: Geloof je in God? Zo ja, waarom? Wat overtuigt jou ervan dat God bestaat?
Geloof je dat Gods morele normen goed voor je zijn? Zo ja, waarom?
Eigenlijk komt het hierop neer: ben je liever een boomblad dat met elk briesje meewaait of een boom die hevige stormen kan doorstaan? Als je je eigen identiteit versterkt, ben je als die boom. En dan is de vraag wie ben ik? een stuk makkelijker te beantwoorden.