De herziene uitgave van de Engelse Nieuwe-Wereldvertaling
IN DE loop van de tijd is de Engelse Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift al een aantal keren herzien, maar de herziene uitgave van 2013 was verreweg de meest uitgebreide. Hij bevat bijvoorbeeld 10 procent minder woorden. Verder werden sommige belangrijke Bijbelse termen herzien. Ook is de opmaak van bepaalde hoofdstukken veranderd om te laten zien dat het om een poëtisch gedeelte gaat. En er staan nu ook in de standaarduitgave verklarende voetnoten. Het is onmogelijk om alle wijzigingen te bespreken, maar laten we het over een paar van de belangrijkste hebben.
Welke belangrijke Bijbelse termen zijn veranderd? Zoals in het vorige artikel is besproken, zijn de termen ‘Sjeool’, ‘Hades’ en ‘ziel’ herzien. Maar dat zijn niet de enige termen die zijn aangepast.
‘Losbandig gedrag’ bijvoorbeeld is ‘schaamteloos gedrag’ geworden. Dat brengt de respectloze houding over die in de oorspronkelijke Griekse term opgesloten ligt. Het woord lankmoedigheid (long-suffering) kan in het Engels verkeerd begrepen worden: het lijkt te slaan op ‘een lange tijd lijden’. Het woord geduld brengt de juiste gedachte over. ‘Brasserijen’ is vervangen door ‘wilde feesten’, wat in deze tijd beter begrepen wordt (Gal. 5:19-22). ‘Liefderijke goedheid’ is vervangen door ‘loyale liefde’. Die term geeft nauwkeurig de betekenis weer van het Bijbelse woord, dat vaak parallel wordt gebruikt met ‘getrouwheid’ (Ps. 36:5; 89:1).
Sommige termen die vroeger consequent met dezelfde uitdrukking werden vertaald, zijn nu op verschillende manieren vertaald, afhankelijk van de context. Het Hebreeuwse olam bijvoorbeeld, dat vroeger werd vertaald met ‘onbepaalde tijd’, kan ook ‘voor altijd’ betekenen. Vergelijk hoe dat de Engelse vertaling heeft bepaald van Bijbelteksten als Psalm 90:2, waar het over eeuwigheid gaat, en Micha 5:2, waar het over een begrensde periode gaat.
De Hebreeuwse en Griekse termen die vertaald zijn met ‘zaad’ komen vaak in de Bijbel voor. Ze worden gebruikt voor letterlijk zaad van planten, maar ook voor nageslacht. Eerdere edities van de Genesis 3:15. Maar omdat het in het Engels niet meer gebruikelijk is om het woord ‘zaad’ voor ‘nageslacht’ te gebruiken, staat in Genesis 3:15 en in gerelateerde teksten nu ‘nageslacht’ (Gen. 22:17, 18; Openb. 12:17). In andere gevallen is er naar de context gekeken om te bepalen wat de juiste vertaling is (Gen. 1:11; Ps. 22:30; Jes. 57:3).
Nieuwe-Wereldvertaling gebruikten consequent het woord ‘zaad’, ook inWaarom zijn veel letterlijke vertalingen aangepast? Appendix A1 van de Engelse herziene versie legt uit dat een goede Bijbelvertaling ‘de juiste betekenis van een woord of zinsnede zal overbrengen als een letterlijke vertaling de betekenis zou verdraaien of verhullen’. Als in de oorspronkelijke taal een idiomatische uitdrukking staat die in een andere taal begrepen zal worden, wordt die letterlijk vertaald. In Openbaring 2:23 staat bijvoorbeeld de uitdrukking ‘de harten doorzoeken’, die in veel talen wordt begrepen. Maar ‘de nieren doorzoeken’, in hetzelfde vers, wordt vaak niet onmiddellijk begrepen. Daarom is ‘nieren’ vervangen door ‘diepste gedachten’, wat de oorspronkelijke betekenis overbrengt. Nog een voorbeeld. In Deuteronomium 32:14 stond ‘het niervet van tarwe’, maar die uitdrukking wordt nu duidelijker weergegeven met ‘de beste tarwe’. Om dezelfde reden is ‘ik ben onbesneden van lippen’ vervangen door ‘ik heb moeite met spreken’ (Ex. 6:12).
Waarom is ‘zonen van Israël’ en ‘vaderloze jongens’ nu vertaald met ‘Israëlieten’ en ‘vaderloze kinderen’? In het Hebreeuws geeft het grammaticale geslacht van een woord gewoonlijk aan of het over een man of vrouw gaat. Maar soms kan een woord dat mannelijk is op mannen én vrouwen duiden. Uit de context van sommige verzen valt bijvoorbeeld op te maken dat ‘de zonen van Israël’ op zowel mannen als vrouwen slaat. Daarom wordt deze uitdrukking nu meestal met ‘de Israëlieten’ vertaald (Ex. 1:7; 35:29; 2 Kon. 8:12).
Om dezelfde reden was in Genesis 3:16 het Hebreeuwse mannelijke woord dat ‘zonen’ betekent, al met ‘kinderen’ vertaald. Nu is hetzelfde gedaan in Exodus 22:24: ‘Uw kinderen [Hebreeuws: ‘zonen’] zullen vaderloos worden.’ Dit principe is ook in andere gevallen toegepast. Zo wordt er niet meer gesproken over een vaderloze jongen, maar over een vaderloos kind of een wees (Deut. 10:18; Job 6:27). Dat komt overeen met de vertaling in de Griekse Septuaginta.
Waarom is de weergave van veel Hebreeuwse werkwoorden vereenvoudigd? In het Hebreeuws kan een werkwoord in het imperfectum of het perfectum staan. Het imperfectum geeft aan dat de handeling voortduurt; het perfectum duidt op een voltooide handeling. In vorige versies van de Engelse Nieuwe-Wereldvertaling werd het imperfectum van het werkwoord consequent weergegeven door er extra woorden aan toe te voegen, zoals ‘ging ertoe over’ of ‘voorts’. Dit was om aan te geven dat de handeling voortduurde of werd herhaald. * Woorden als ‘stellig’, ‘moeten’ en ‘inderdaad’ werden gebruikt om het voltooide aspect van een werkwoord in het perfectum te benadrukken.
In de herziene Engelse Bijbel worden zulke extra woorden niet gebruikt, tenzij ze echt nodig zijn voor de betekenis. Neem bijvoorbeeld Genesis 1:3. Daar stond: ‘God proceeded to say [God ging ertoe over te zeggen]’. Maar omdat de extra woorden niets toevoegen aan de betekenis, staat er nu gewoon: ‘God said [God zei]’. In Genesis 3:9 is het echter belangrijk te laten uitkomen dat Jehovah Adam herhaaldelijk roept. Over het algemeen is de weergave van werkwoorden vereenvoudigd, en ligt de nadruk op de handeling zelf, in plaats van op de vraag of die is voltooid. Een bijkomend voordeel is dat het helpt om, tot op zekere hoogte, de beknoptheid van het Hebreeuws te behouden.
Waarom hebben nu meer hoofdstukken een poëzie-opmaak gekregen? Veel delen van de Bijbel zijn oorspronkelijk als poëzie geschreven. In moderne talen herken je poëzie vaak aan rijm. Maar in Hebreeuwse poëzie zijn de belangrijkste vormelementen parallellisme en contrasten; ritme wordt verkregen door de logische volgorde van gedachten, niet door rijm.
In vorige uitgaven van de Nieuwe-Wereldvertaling hadden Job en Psalmen al een poëzie-opmaak, om te laten zien dat ze oorspronkelijk bedoeld waren om gezongen of voorgedragen te worden. Die opmaak benadrukt het poëtische element en dient als geheugensteuntje. In de herziene uitgave is een soortgelijke opmaak gebruikt in Spreuken, het Hooglied en veel hoofdstukken van profetische boeken. Dat is gedaan om te laten zien dat ook deze gedeelten poëtisch zijn, en om het parallellisme en de contrasten te benadrukken. Een voorbeeld is Jesaja 24:2, waar elke regel een contrast bevat en waar de ene regel voortbouwt op de andere om te benadrukken dat niemand aan Gods oordeel zou ontkomen. Als de lezer ziet dat zulke passages poëzie zijn, helpt dat hem te begrijpen dat de Bijbelschrijver niet gewoon in herhaling valt, maar een poëtische stijlvorm toepast om Gods boodschap te benadrukken.
In het Hebreeuws is het verschil tussen proza en poëzie niet altijd duidelijk. Daarom behandelen niet alle Bijbelvertalingen dezelfde gedeelten als poëzie; de keuze hierin hangt deels af van de interpretatie van de vertaler. Soms maakt een Bijbelschrijver in proza zijn punt duidelijk met poëtische elementen, zoals beeldende taal, woordspelingen en parallellisme.
Een nieuw kenmerk is het korte overzicht van de inhoud aan het begin van elk Bijbelboek. Dit is vooral nuttig bij het Hooglied: het helpt om te bepalen wie wanneer aan het woord is.
Hoe is de herziene versie beïnvloed door studies van manuscripten in de oorspronkelijke taal? De eerste editie van de Nieuwe-Wereldvertaling was gebaseerd op de Hebreeuwse masoretische tekst en de gerespecteerde Griekse tekst van Westcott en Hort. Sindsdien hebben studies van oude bijbelmanuscripten steeds meer licht geworpen op de oorspronkelijke tekst van bepaalde Bijbelverzen. Reproducties van de Dode Zeerollen zijn beschikbaar gekomen. Er zijn meer Griekse manuscripten bestudeerd. En er is veel nieuwe informatie over manuscripten digitaal beschikbaar gekomen, wat het makkelijker maakt om de verschillen tussen manuscripten te analyseren. Daarom kan er nu beter worden bepaald welke versie van de Hebreeuwse of Griekse tekst het best wordt ondersteund. Het vertaalcomité van de Engelse Nieuwe-Wereldvertaling heeft zijn voordeel gedaan met deze ontwikkelingen, wat resulteerde in enkele veranderingen in de herziene versie.
De Griekse Septuaginta bevat bijvoorbeeld in 2 Samuël 13:21 de woorden: ‘Toch wilde hij zijn zoon Amnon niet kwetsen, omdat hij van hem hield. Amnon was namelijk zijn eerstgeboren zoon.’ In eerdere versies van de Nieuwe-Wereldvertaling stonden deze woorden niet, omdat ze niet in de masoretische tekst voorkomen. Maar in de Dode Zeerollen staan ze wel. Ze zijn dan ook toegevoegd in de herziene versie. Om soortgelijke redenen is in Eén Samuël Gods naam vijf keer hersteld. Studies van de Griekse teksten hebben een verandering tot gevolg gehad in de volgorde van gedachten in Mattheüs 21:29-31. Het vertaalcomité heeft dus niet strikt vastgehouden aan één enkele Griekse standaardtekst, maar heeft sommige veranderingen gebaseerd op overtuigende bewijzen uit verschillende oude manuscripten.
Dit zijn maar enkele veranderingen die het lezen en begrijpen makkelijker hebben gemaakt voor velen die de Nieuwe-Wereldvertaling bezien als een geschenk van de God van communicatie.
^ ¶10 Zie Appendix 3C ‘Hebreeuwse werkwoorden die aanduiden dat een handeling voortduurt of aan de gang is’ in de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen.