Hoe succesvol zijn we geweest met het redden van het milieu?
Hoe succesvol zijn we geweest met het redden van het milieu?
TSJERNOBYL, Bhopal, Valdez, Three Mile Island. Dit zijn enkele namen die waarschijnlijk beelden zullen oproepen van milieurampen die zich in diverse delen van de wereld hebben afgespeeld. Elk van deze rampen herinnerde ons eraan dat ons milieu onder vuur ligt.
Verscheidene deskundigen en anderen hebben waarschuwingen laten horen. Sommigen hebben in het openbaar actie ondernomen om hun standpunt onder de aandacht te brengen. Een Engelse bibliothecaresse ketende zich aan een bulldozer vast in haar verzet tegen de aanleg van een weg
door een ecologisch kwetsbaar gebied. Twee aborigine vrouwen in Australië leidden een campagne tegen de winning van uranium in een nationaal park. Het werk werd opgeschort. Hoewel zulke inspanningen goed bedoeld zijn, worden ze niet altijd goed ontvangen. Een gezagvoerder bij de marine onder het sovjetregime bijvoorbeeld maakte zich zorgen over stralingslekkage uit de reactoren van gezonken kernonderzeeërs. Toen hij de lokaties ervan bekendmaakte, werd hij gearresteerd.Ook diverse organisaties hebben de alarmklok geluid in verband met gevaren voor het milieu. Daartoe behoren de UNESCO, het Milieuprogramma van de Verenigde Naties, en Greenpeace. Sommige rapporteren alleen over milieuproblemen omdat ze toevallig verband houden met hun werk. Andere wijden zich aan het aan de kaak stellen van milieukwesties. Greenpeace staat erom bekend dat ze activisten stuurt naar plaatsen waar controversen over milieukwesties zijn gerezen en dat ze de publieke aandacht richt op zaken als de mondiale opwarming, bedreigde soorten en de gevaren van genetisch gemodificeerde dieren en planten.
Sommige activisten zeggen dat ze gebruik maken van de „creatieve confrontatie om mondiale milieuproblemen aan de kaak te stellen”. Ze gebruiken dan ook tactieken zoals zich aan de hekken van een zagerij ketenen uit protest tegen de vernietiging van oude bossen. Een andere groep activisten protesteerde tegen de schending door een bepaald land van een walvisvaartmoratorium door op de ambassades ervan te verschijnen met reusachtige oogbollen om duidelijk te maken dat de activiteiten van het land in de gaten werden gehouden.
Er is geen gebrek aan kwesties om zich voor in te zetten. Zo hebben individuen en organisaties herhaaldelijk gewaarschuwd voor de gevaren van waterverontreiniging. Toch ziet de situatie er heel somber uit. Een miljard mensen hebben geen toegang tot veilig drinkwater. Volgens het blad Time „sterven er jaarlijks 3,4 miljoen mensen aan ziekten die met water te maken hebben”. Luchtvervuiling is een soortgelijk probleem. The State of World Population 2001 bericht dat „elk jaar naar schatting 2,7 tot 3 miljoen personen sterven door luchtvervuiling”. Toegevoegd wordt dat „meer dan 1,1 miljard mensen schade ondervinden van luchtvervuiling buitenshuis”. Als specifiek voorbeeld wordt genoemd dat „de verontreiniging met fijne deeltjes verantwoordelijk is voor wel 10 procent van de infecties van de luchtwegen bij Europese kinderen”. Ja, ondanks waarschuwingen en de tot dusver genomen stappen zijn de problemen in verband met deze voor het leven onontbeerlijke basiselementen alleen maar groter geworden.
Velen vinden de situatie paradoxaal. Er is meer informatie dan ooit beschikbaar over milieuthema’s. Meer personen en organisaties dan ooit zijn geïnteresseerd in een schoner milieu. Regeringen hebben departementen ingesteld om de problemen te helpen oplossen. We hebben meer technologie dan ooit om de problemen aan te pakken. Toch schijnt het er niet beter op te worden. Hoe komt dat?
Eén stap voorwaarts, twee stappen terug
Het was de bedoeling dat de industriële vooruitgang ons leven gemakkelijker zou maken. Dat is in sommige opzichten ook gebeurd. Maar het is juist die „vooruitgang” die de milieuproblemen van de aarde vergroot. We waarderen de uitvindingen en verbeteringen die de industrie ons heeft geboden, maar juist de productie en ons gebruik ervan hebben er vaak toe geleid dat delen van onze wereld zijn geruïneerd.
Auto’s zijn daar een voorbeeld van. Die hebben het reizen sneller en makkelijker gemaakt. Er zijn
maar heel weinig mensen die graag naar het paard-en-wagentijdperk zouden terugkeren. Niettemin heeft het moderne vervoer aan een hele reeks problemen bijgedragen. Een daarvan is de mondiale opwarming. Mensen hebben de scheikundige samenstelling van de atmosfeer veranderd door uitvindingen te gebruiken die miljoenen tonnen gassen uitstoten. Naar verluidt zijn het die gassen die het zogenoemde broeikaseffect veroorzaken, met de opwarming van de atmosfeer als gevolg. De temperaturen zijn de afgelopen eeuw gestegen. Het Amerikaanse Bureau voor Milieubescherming bericht dat „de tien warmste jaren van de twintigste eeuw zich allemaal in de laatste vijftien jaar van de eeuw hebben voorgedaan”. Sommige wetenschappers geloven dat de gemiddelde mondiale temperatuur in de 21ste eeuw wel eens met 1,4 tot 5,8 graden Celsius zou kunnen stijgen.Verwacht wordt dat hogere temperaturen andere problemen veroorzaken. Het sneeuwdek op het noordelijk halfrond slinkt. Begin 2002 is in het zuidpoolgebied een ijsplateau van 3250 vierkante kilometer verbrokkeld. De zeespiegel zou in deze eeuw aanzienlijk kunnen stijgen. Omdat een derde van de wereldbevolking dicht bij zee woont, zou dat uiteindelijk kunnen leiden tot het verlies van huizen en landbouwgrond. Het zou ook grote moeilijkheden voor kuststeden teweeg kunnen brengen.
Wetenschappers zijn van mening dat hogere temperaturen tot meer neerslag zullen leiden, met een grotere frequentie van extreme weersomstandigheden. Sommigen denken dat zwaar noodweer zoals dat waarbij in 1999 in Frankrijk 90 mensen het leven verloren en 270 miljoen bomen vernietigd werden, slechts voorlopers zijn van wat komen gaat. Andere onderzoekers denken dat klimaatveranderingen zullen leiden tot de verbreiding van ziekten als malaria, dengue en cholera.
Het voorbeeld van de auto laat zien hoe complex de resultaten van de technologie zijn — uitvindingen die nuttig zijn voor mensen in het algemeen, kunnen heel wat problemen veroorzaken die van invloed zijn op talrijke terreinen van het leven. De verklaring in het Human Development Report 2001 is zeker waar: „Elke technologische vooruitgang brengt potentiële voordelen en risico’s met zich mee, en sommige daarvan zijn niet licht te voorspellen.”
Vaak verwacht men van de technologie zelf oplossingen voor milieuproblemen. Zo hebben milieuactivisten lang het gebruik van pesticiden afgekeurd. Toen er genetisch gemodificeerde planten kwamen die de behoefte aan pesticiden zouden verminderen of wegnemen, leek het of de technologie met een goede oplossing was gekomen. Maar in het geval van Bt-maïs, bedoeld voor de bestrijding van maïsboorders zonder pesticide, bleek uit proeven dat de bewuste maïs ook dodelijk kan zijn voor monarchvlinders. Zo hebben „oplossingen” soms een averechtse uitwerking en kunnen ze tot nog meer problemen leiden.
Kunnen regeringen helpen?
Omdat de vernietiging van het milieu zo’n reusachtig probleem is, zou voor een geslaagde oplossing de medewerking van regeringen nodig zijn. In sommige gevallen hebben regeringsvertegenwoordigers de lofwaardige moed getoond die nodig is om positieve veranderingen aan te bevelen die het milieu ten goede zouden komen. Maar echte overwinningen zijn heel zeldzaam geweest.
Een voorbeeld daarvan is de internationale top die in 1997 in Japan werd gehouden. Landen twistten en discussieerden over de voorwaarden van een verdrag tot vermindering van de uitstoot van gassen die volgens zeggen mondiale opwarming veroorzaken. Tot verrassing van velen werd uiteindelijk een overeenkomst bereikt. Die overeenkomst kreeg de naam Kyoto-protocol. Ontwikkelde gebieden, zoals de Europese Unie, Japan en de Verenigde Staten, zouden hun uitstoot tegen 2012 met gemiddeld 5,2 procent teruggebracht hebben. Het klonk goed. Maar begin 2001 gaf de regering van de Verenigde Staten te kennen dat ze zich niet aan het Kyoto-protocol zou houden. Er werden heel wat wenkbrauwen gefronst, omdat de Verenigde Staten, met nog geen 5 procent van de wereldbevolking, verantwoordelijk zijn voor ongeveer een kwart van de uitstoot. Bovendien zijn andere regeringen niet erg vlot geweest met het ondertekenen van het verdrag.
Uit het voorgaande voorbeeld blijkt hoe moeilijk het voor regeringen is met zinvolle oplossingen te komen. Het is lastig om een aantal regeringen rond de tafel te krijgen, en ze kunnen het moeilijk eens worden over de aanpak van milieuvraagstukken. Zelfs wanneer er overeenkomsten worden getekend, onttrekken sommige partijen zich later aan
hun verplichtingen. Andere vinden het moeilijk op de naleving ervan toe te zien. In sommige gevallen vinden regeringen of bedrijven dat ze de onkosten die het reinigen van het milieu met zich meebrengt niet voor hun rekening kunnen nemen. Het komt in sommige landen gewoon neer op hebzucht, omdat machtige commerciële reuzen druk op regeringen uitoefenen om te voorkomen dat ze maatregelen nemen die de bedrijfswinsten zouden schaden. Het is een bekend gegeven dat er bedrijven en ondernemingen zijn die uit het land willen halen wat eruit te halen is zonder rekening te houden met de consequenties.Wat de zaak nog ingewikkelder maakt, is dat niet alle wetenschappers het erover eens zijn hoe ingrijpend de effecten van de vervuiling van de aarde zullen zijn. Daardoor weten officiële beleidsbepalers soms niet zeker hoe ver ze moeten gaan met het beperken van de economische groei om een probleem te bestrijden dat misschien niet zo groot is als sommigen denken.
De mensheid verkeert in een heel moeilijke situatie. Iedereen weet dat er een probleem is en dat er iets aan gedaan moet worden. Sommige landen doen daartoe gewetensvolle pogingen, maar het merendeel van de milieuproblemen wordt erger. Is de aarde gewoon bestemd om ongeschikt te worden voor menselijke bewoning? Laten we eens op die vraag ingaan.
[Kader/Illustratie op blz. 7]
GELUIDSVERVUILING
Eén soort vervuiling wordt niet gezien maar gehoord — geluidsvervuiling. Deskundigen zeggen dat er reden tot bezorgdheid is omdat ze gehoorverlies, stress, hoge bloeddruk, slaapverlies en verlies van productiviteit kan veroorzaken. Kinderen die in een lawaaierige omgeving naar school gaan, kunnen leesproblemen krijgen.
[Kader/Illustratie op blz. 7]
ONTBOSSING LEIDT TOT RATTENPLAAG
Toen vijftien steden op Samar in de Filippijnen last kregen van een massale rattenplaag, weet een overheidsbron dat aan de ontbossing in het gebied. Het verlies van bos leidde tot een daling van het aantal rattenetende dieren en tot minder voedselbronnen voor de ratten. De knaagdieren trokken naar dichter bevolkte gebieden in hun zoektocht naar voedsel.
[Verantwoording]
© Michael Harvey/Panos Pictures
[Kader/Illustratie op blz. 7]
SLACHTOFFERS VAN GIFTIG AFVAL?
Toen Michael drie en een halve maand oud was, bleek hij neuroblastoom, een vorm van kanker, te hebben. Als hij de enige was geweest, zou dat misschien niet zo vreemd geweest zijn. Maar later werd geconstateerd dat ongeveer honderd kinderen uit hetzelfde kleine gebied ook kanker hadden. Dat alarmeerde veel ouders. Sommigen dachten dat het onevenredig grote aantal gevallen van kanker misschien verband hield met chemische bedrijven in de regio. Bij onderzoek bleek dat een onafhankelijke afvalophaler voorheen vaten met giftige vloeistof bij een van de bedrijven had opgehaald en die op een voormalige kippenfarm had gedumpt en soms de inhoud had uitgegoten. Onderzoekers ontdekten sporen van een vervuilende stof in plaatselijke waterputten. Logisch dat de ouders zich afvragen of daaraan de kanker bij hun kinderen te wijten zou kunnen zijn.
[Kader/Illustratie op blz. 8]
GIFTIGE CHEMICALIËN
Na de Tweede Wereldoorlog werd 120.000 ton giftige stoffen, overwegend fosgeen en mosterdgas, in schepen verzegeld en op de zeebodem gedumpt, voor een deel ten noordwesten van Noord-Ierland. Russische wetenschappers hebben gewaarschuwd dat deze stoffen nu dreigen weg te lekken.
[Kader/Illustratie op blz. 8]
LUCHTVERVUILING EIST SLACHTOFFERS
De Wereldgezondheidsorganisatie zegt dat 5 à 6 procent van de sterfgevallen die zich elk jaar wereldwijd voordoen het gevolg is van luchtvervuiling. Alleen al in Ontario (Canada) is de bevolking als gevolg van vervuilde lucht naar verluidt jaarlijks ruim $1 miljard kwijt aan gezondheidskosten en aan derving van inkomsten door veelvuldig arbeidsverzuim.
[Kader/Illustratie op blz. 8]
STERVENDE KORAALRIFFEN
Sommige vissers in Zuidoost-Azië gebruiken een cyanideoplossing om vissen te verdoven, zodat ze makkelijk te vangen zijn. Het gif verlaat het lichaam van de vis en de vis blijft dus eetbaar. Maar het gif blijft wel in het zeewater en doodt de koraalriffen.
[Kader/Illustratie op blz. 8]
EEN OPERATIEMASKER DRAGEN?
Het blad Asiaweek schrijft dat veel van de luchtvervuiling in de Aziatische steden van uitlaatgassen komt. Diesel- en tweetaktmotoren zijn vaak de grootste vervuilers doordat ze grote hoeveelheden heel fijne zwevende deeltjes produceren. Die veroorzaken veel gezondheidsproblemen. Hetzelfde blad bericht: „Taiwans voornaamste deskundige op het gebied van de effecten van vervuiling, dr. Chan Chang-chuan, zegt dat dieseldampen kankerverwekkend zijn.”
Er zijn mensen in Aziatische steden die een operatiemasker dragen in een poging zich te beschermen. Helpen die maskers? Dr. Chan zegt: „Die maskers zijn ondoelmatig. De vervuilende stoffen, gassen en andere deeltjes, zijn meestal zo fijn dat een eenvoudig masker ze nauwelijks uitfiltert. Bovendien . . . zijn [zulke maskers] niet luchtdicht. Ze geven dus een vals gevoel van veiligheid.”
[Illustratie op blz. 7]
Herbebossing om het milieu te helpen redden
[Illustratieverantwoording op blz. 8]
AFP/Getty Images; top left: Published with the permission of The Trustees of the Imperial War Museum, London (IWM H 42208); top right: Howard Hall/howardhall.com